De queeste: de staart… de dansende vrouwen.

Een middagpauze tijdens het onderzoekswerk voor ‘Wijze vrouwen’ in de Mechelse archieven mondde uit in een herfstbezoek aan het atelier en de tuin van kunstenares Mariëtte Teugels (°1935). Haar ‘dansende vrouwen’ aanschouwen, vormde in 2013 het keerpunt naar het zoeken naar het begijnse en ander erfgoed, door vrouwen neergezet.

De kunstenares en haar man wonen in een groene oase op een steenworp van de Sint-Romboutstoren, in het voormalige godshuis ‘de Cellekens’. Deze groep huizen werden gebouwd in opdracht van Anna De Bleken in de 17e eeuw, bestemd als woonst voor vrouwen en weduwen zonder kinderen. Mevrouw Teugels en haar man kochten het complex aan in 1992 en zetten zich aan de coördinatie van de restauratie. Hun inspanningen werden in 2002 beloond met de prestigieuze Europa Nostra Award, gekozen uit 282 projecten uit 19 Europese landen. Heden herbergt het zowel hun woning, het atelier van mevrouw Teugels, een tentoonstellingsruimte met fotografisch werk van haar man Herman Smet en een huurbare ruimte voor activiteiten.

WP_20171029_14_39_17_Rich

Kunstenares Teugels zet ‘beweging’ en ‘kracht’ centraal in haar beelden, de schoonheid van de mens benadrukkende. Gepassioneerd door kunst sinds de leeftijd van 36 jaar volgde ze opleidingen om op 47-jarige leeftijd te bloeien in haar artistieke carrière.

WP_20171029_15_06_57_Rich

Na een rondleiding in het atelier en de tuin van mevrouw Teugels was het tijd om de ‘dansende vrouwen’, ook ‘Levensvreugde’ genoemd, te begroeten: een niet te beschrijven moment, een gewenst cadeau

P1090187

De beelden van mevrouw Teugels dragen voor mij een her-innering aan vrijmoedige vrouwenkracht, een onuitputtelijke inspiratiebron, weggewist in de geschiedenisboeken en ons collectief erfgoed. De queeste vormde een beginpunt, het boek van publiceren over persoonlijke ervaringen sluit zich… alle aandacht gaat nu naar het ‘Wijze vrouwen’-onderzoek.

Informatie Mariëtte Tegels: website en facebook.

Tekst en foto’s copyright: Debby Van Linden

Met hartelijke dank aan Mariëtte Teugels en haar man Herman Smet.