In de Middeleeuwse tijdsperiode nam een beweging, door de bevolking ‘begijnen’ (voor de vrouwen) dan wel ‘begaarden’ (voor de mannen) genoemd, het voortouw door de apostolische waarden als leidraad te nemen. Door hun levenswijze en schrijven zetten de vrouwen bij het door mannen gestelde denken over het goddellijke vraagtekens. Ze kregen geen toegang tot de universiteit en besloten daarom elkaar te onderwijzen. Deze vrouwen waren pioniers: in een klimaat waarin Latijn de taal van de kerk was -en als zodanig enkel door en voor de hogere klasse toegankelijk- werden hun spirituele woorden in de volkstaal de nieuwe literaire taal!
Zij kwamen regelmatig samen om hun interpretaties en religieuze bedenkingen te bespreken en neer te pennen – op zich al revolutionair in die tijd! Deze praktijk werd als een bedreiging voor het kerkelijk monopolie gezien en al gauw werd hun schrijven als ‘ketters’ bestempeld. Van o.a. deze drie wijze vrouwen – Porète, van Maagdenburg en Hadewijch – zijn geschriften bewaard gebleven, ondanks een klimaat vol bedreiging. Hun schrijven getuigt van uitzonderlijke kwaliteit, in de geschiedenisboeken krijgen ze amper of geen plaats…
Margerite Porète
Schreef in het Picardisch (een Oudfranse taal) over de zeven stappen van zielsontwikkeling onder de vorm van een dialoog tussen o.a. ‘de Rede’ en ‘de Ziel’ en verspreidde haar werk in het openbaar. De bisschop de Marigny zal haar veroordelen en in juni 1310 op de brandstapel zetten wegens ‘ketterij’.
‘The mirror of simple souls‘* is o.a. verkrijgbaar in het Engels en het Frans.
Hadewijch van Brabant
Schreef een oeuvre in het Diests bij elkaar om ‘u’ tegen te zeggen: ‘Brieven‘*, ‘Strofische gedichten‘, ‘Mengeldichten‘ en ‘Visioenen’. Centraal in haar werk staat de ‘minne’ om haar godservaring uit te drukken.
Hadewijch is, indien er rondom mystiek of literatuur gesproken wordt, de meest gekende van deze drie dames.
Mechtild van Maagdenburg
Deze Duitse wijze vrouw schreef ‘The flowing light of Divinity‘* (ook wel getiteld ‘The flowing light of the Godhead‘) in een variant van het Nederduits: een zevendelig werk waarin ze de goddellijke éénwording op basis van het Hooglied beschrijft. Vermoedelijk leidde ze, net als Hadewijch, een groep van gelijkgestemden.
Van Maagdenburg besluit na een tijd haar toevlucht te zoeken in het klooster van Helfta in. Men is niet zeker of dit uit volledig vrije wil was, mogelijk vormde het een strategische en veilige zet om aan bedreiging en veroordeling te ontkomen.
© Debby Van Linden
*De werken van deze wijze vrouwen zijn, in het geval van Hadewijch in het Nederlands, via de betere boekhandel te verkrijgen/bestellen. De andere werken alsook Hadewijchs oeuvre kunt u via het web verkrijgen. Hadewijch is gekend: uw bibliotheek zal grote kans een aantal boeken van en/of over haar in bezit hebben. Het boekenbronmateriaal behoort tot de standaardwerken en is makkelijk terug te vinden.
Bronnen:
De Cant, G. e.a. (2003). Een onafhankelijke vrouwenwereld. Van de 12e eeuw tot heden. Uitgeverij H. Caloen Foundation, St.-Marens-Latem.
Mommaerts, P. (2003). Hadewijch. Schrijfster, begijn, mystica. Uitgeverij Peeters, Leuven.
Van Linden, D. (2015). Een zoektocht naar vrouwenkracht. Het begijnenerfgoed als leidraad. Lentenummer Begijnhofkrant (nr. 47 – 2015; pag. 12-13).