De queeste: de staart… de dansende vrouwen.

Een middagpauze tijdens het onderzoekswerk voor ‘Wijze vrouwen’ in de Mechelse archieven mondde uit in een herfstbezoek aan het atelier en de tuin van kunstenares Mariëtte Teugels (°1935). Haar ‘dansende vrouwen’ aanschouwen, vormde in 2013 het keerpunt naar het zoeken naar het begijnse en ander erfgoed, door vrouwen neergezet.

De kunstenares en haar man wonen in een groene oase op een steenworp van de Sint-Romboutstoren, in het voormalige godshuis ‘de Cellekens’. Deze groep huizen werden gebouwd in opdracht van Anna De Bleken in de 17e eeuw, bestemd als woonst voor vrouwen en weduwen zonder kinderen. Mevrouw Teugels en haar man kochten het complex aan in 1992 en zetten zich aan de coördinatie van de restauratie. Hun inspanningen werden in 2002 beloond met de prestigieuze Europa Nostra Award, gekozen uit 282 projecten uit 19 Europese landen. Heden herbergt het zowel hun woning, het atelier van mevrouw Teugels, een tentoonstellingsruimte met fotografisch werk van haar man Herman Smet en een huurbare ruimte voor activiteiten.

WP_20171029_14_39_17_Rich

Kunstenares Teugels zet ‘beweging’ en ‘kracht’ centraal in haar beelden, de schoonheid van de mens benadrukkende. Gepassioneerd door kunst sinds de leeftijd van 36 jaar volgde ze opleidingen om op 47-jarige leeftijd te bloeien in haar artistieke carrière.

WP_20171029_15_06_57_Rich

Na een rondleiding in het atelier en de tuin van mevrouw Teugels was het tijd om de ‘dansende vrouwen’, ook ‘Levensvreugde’ genoemd, te begroeten: een niet te beschrijven moment, een gewenst cadeau

P1090187

De beelden van mevrouw Teugels dragen voor mij een her-innering aan vrijmoedige vrouwenkracht, een onuitputtelijke inspiratiebron, weggewist in de geschiedenisboeken en ons collectief erfgoed. De queeste vormde een beginpunt, het boek van publiceren over persoonlijke ervaringen sluit zich… alle aandacht gaat nu naar het ‘Wijze vrouwen’-onderzoek.

Informatie Mariëtte Tegels: website en facebook.

Tekst en foto’s copyright: Debby Van Linden

Met hartelijke dank aan Mariëtte Teugels en haar man Herman Smet. 

De begijn en de theoloog: een andere kijk op ‘Compilatio singularis exemplorum’ – The beguine and the cleric: another view on ‘Compilatio singularis exemplorum’

(English: see below)

De ‘Compilatio singularis exemplorum‘, een opgeschreven dialoog tussen een begijn en een Parijse theoloog in de dertiende eeuw, wordt vaak aangehaald als een voorbeeld van ‘begijnenwijsheid’, een wijsheid die door de aangehaalde theoloog niet begrepen werd en vijandigheid opriep. De dialoog tussen deze vrouw en man wordt vaak bekeken als een concurrerende dialoog. Hier leg ik graag een andere interpretatie voor.

Het betreffende fragment, neergeschreven door een theoloog uit Frankrijk, geeft het antwoord van een begijn weer nadat hij haar ‘koppige’ houding berispt.

‘Jij spreekt, wij handelen

Jij leert, wij begrijpen

Jij onderzoekt, wij kiezen

Jij kauwt, wij slikken

Jij onderhandelt, wij kopen

Jij gloeit, wij staan in brand

Jij veronderstelt, wij weten

Jij vraagt, wij nemen

Jij zoekt, wij vinden

Jij hebt lief, wij smachten

Jij wacht, wij sterven

Jij zaait, wij maaien

Jij werkt, wij rusten

Jij wordt dun, wij worden dik

Jij klinkt, wij zingen

Jij zingt, wij dansen

Jij bloeit, wij dragen vrucht

Jij proeft, wij smaken’

Deze tekst wordt geïnterpreteerd als een dialoog van tegenstellingen waarin twee types van kennis tot uiting komen, gekoppeld aan het geslacht van betreffende personen: de rationele, geleerde woorden van de man en de intuïtieve kennis van de vrouw. Hierop volgt dan de veronderstelling dat de begijn (‘wij’) door middel van haar antwoord pretendeert ‘het beter te weten’ en het huis van de rede hiermee aan te vallen. Hierbij heb ik me de vragen gesteld: was de begijnenspiritualiteit aanvallend bedoeld of werd deze als zo aanzien? Hoe werd een uitgebreid antwoord van een vrouw op een hoger in sociale rang staande man bekeken? En getuigt de dialoog van tegenstellingen?

Voorbij het dualisme

Indien we de begijnenspiritualiteit van nabij bekijken, vinden we één overkoepelend kenmerk steeds terug: éénheid. ‘Werken is bidden en bidden is werken’ toont dit helder aan. Ook in hun contacten met de hen omringende maatschappij waren zij duidelijk: wij zijn niet tegen dit systeem, wij kiezen wel voor een eigen levensinvulling – waarbij letterlijk de poort naar een huwelijk of kloosterintrede open stond.

heart01-200x300

Hun levensstijl en handelen stonden in het teken van de weg van het hart: éénheid van verstand en buikgevoel, van lichaam en geest, kortweg bezieling. Het antwoord van de begijn getuigt mijns inziens van spreken vanuit het hart, waarbij tegenstellingen en dualisme worden opgeheven. Hierbij is geen vergelijking van ‘beter(e kennis)’ versus ‘slechter(e kennis)’ en ‘mannelijke’ versus ‘vrouwelijke’ kennis mogelijk: wijsheid van en vanuit het hart behoeft geen hiërarchie, geslacht of gender, kan er gewoon zijn. Het durven uitspreken van deze woorden lijkt me eerder een mooie poging van de begijn om, op een speelse en verrassende manier, de opmerking van de theoloog te overstijgen. Zij poogt zich niet te gaan verdedigen of verontschuldigen, maar kiest voor ‘de derde weg’: deze van het hart. Deze weg gaande werd door de (kerkelijke) autoriteiten als ‘ketters’ en ‘ongehoorzaam’ bestempeld aangezien men geen vat kreeg op hen. Hierbij stel ik me de vraag: gaf net dit controleverlies bij de heer in kwestie een gevoel van onmacht waarbij hij de begijn bestempelde als ‘pretentieus’ en ‘arrogant’?

En de wijze vrouw/begijn? Die ging haar eigen weg

© Debby Van Linden

Bronnen:

Simons, W. Cities of ladies. University of Pennsylvania Press, Philadelphia, 2001.

Compilatio singularis exemplorum‘-tekst in Sint-Annazaal/belevingscentrum begijnhof Kortrijk.

The written dialog called ‘Compilatio singularis exemplorum’, is a unique piece of work: this 13th century manuscript gives us an insight in the wisdom of the beguines of that time. The text was written by a Paris cleric and is often described as an example of ‘beguine wisdom’ – a wisdom that was not understood by the cleric who wrote it down and who felt emnity to the beguine. This text is often viewed as a competitive dialog. I wish to take another look at that…

This dialog is the respons of a beguine after the cleric points to her ‘dismissive’ attitude. The beguine responds by saying:

‘You talk, we act

You learn, we seize

You inspect, we choose

You chew, we swallow

You bargain, we buy

You glow, we take fire

You assume, we know

You ask, we take

You search, we find

You love, we languish

You languish, we die

You sow, we reap

You work, we rest

You grow thin, we grow fat

You ring, we sing

You sing, we dance

You blossom, we bear fruit

You taste, we savor’

Now this fragment is seen as a dialog of opposites of two kinds of knowlegde, also connected with the genders: the rational, educated words of the man and the intuïtive knowledge of the woman. Then follows the suggestion that the beguine (‘we’) pretends to ‘know better’, hereby attacking the house of reason.

I asked myself: was the spirituality of the beguines ment to attack or was it seen like that by the church? How did a man of a high social position react to a statement of a woman? And is this dialog really ment as reproduction of contradictions?

Beyond dualism

If we take a closer look at the beguine spirituality, we find one characteristic coming back: oneness. ‘Working is praying and praying is working’ shows this clearly. Also in their contacts with society they took a stand: they were not against this system, they choose their own life fullfilment – the gate to a marriage or a monastry was always open.

heart01-200x300

Their life and actions were all centered around the road of the heart: oneness of reason and intuïtion, of body and mind, in short ‘spirited living’. The answer of the beguine to me shows this speaking from the heart: contradictions and dualism are lifted. There’s no comparison possible between what kind of knowledge is ‘better’, between ‘male’ and ‘female’ knowledge: wisdom of the heart has no need of hierarchy or gender, it just is. Daring to speak those words, it seems to me, was a beautiful effort coming from the beguine to show this way of the heart to the cleric: she did this in a playfull and surprising way. She soesn’t apologise or defend herself, she chose ‘the third road’: that one of the heart. Now, this was seen by church authorities as ‘heretic’ and ‘disobiedient’ because they couldn’t control the beguines. I was asking myself: was it this loss of control, felt by the cleric, that made him characterize the beguine as ‘arrogant’ and ‘overblown’?

And the wise woman/beguine? She went her own way

© Debby Van Linden

Sources:

Simons, W. Cities of ladies. University of Pennsylvania Press, Philadelphia, 2001.

Compilatio singularis exemplorum‘-text in the Experience Center of the beguinage of Kortrijk.

Ontstolen identiteiten onder een suikerzoete mantel… – Hidden identities, covered with a lay of sugar

(English: scroll down, please.)

Het was het beeld waarmee ik opgroeide, ik hoor het op de gidswandelingen die ik geef, kom het tegen in een lukraak vastgenomen stripboek en aanschouw het op koekenblikdozen: het zoete beeld van ‘vrome vrouwen’ die braaf, volgzaam en naïef waren. Dit beeld, samen met de hypothese van het ‘vrouwenoverschot’ als oorzaak van de begijnenbeweging*, werd en wordt nog elke dag in ons collectief verhalenbestek neergezet.

Begijnhof Kortrijk: Sin-Annazaal en beeld van M. Pattyn.

Beeld van M. Pattyn, laatste van een 800-jarige beweging van eigenzinnige vrouwen.

Net als ikzelf indertijd, valt de verbazing van mensen hun gezicht af te lezen als ze te horen krijgen dat de beweging van wijze vrouwen, begijnen genaamd, een groep onafhankelijke vrouwen betrof die 800 jaar hebben bestaan. ‘Mevrouw, dat wist ik allemaal niet!‘ aanhoor ik dan. Als ze vervolgens over hen als schrijfsters van ettelijke literaire werken, als leidinggevenden bij uitstek, als vrouwen die een stad bouwden en elkaar verzorgden tot het einde,… vernemen, smelt de suikerzoete laag van het hen aangeleerde begijnenverhaal als sneeuw voor de zon.

Uitgave van Hadewijch in het Engels.

Uitgave van Hadewijch in het Engels.

Onderzoek en publicaties over deze vrouwen en hun beweging zijn, geschiedkundig gezien, tamelijk recent. Zowel in België, Nederland en daarbuiten zijn uitstekende studies op gang gekomen vanuit verschillende hoeken en recente begijnenmusea stellen een navolgbaar voorbeeld, doch het werkveld blijft versnipperd.

Er is nood aan het samenbrengen van alle informatie zodat één geïntegreerd beeld van de wijze vrouwenbeweging als ‘straffe madammen mét identiteit’ naar voren komt zodat het hen oneer aandoende, suikerzoete beeld even onbekend wordt als nu hun echte verhaal is…

© Debby Van Linden

*De mogelijke oorzaak en de ontstaansreden van verschillende vrouwen die in geheel West-Europa als begijn begonnen te leven is (nog) niet achterhaald. 

It was the image I grew up with, I hear it on my guide tours, meet it when I grap a comic book and see it on biscuit tins: the sweet image of ‘pious ladies’ who were naïve, sheepish and without real identity. Now, this image, together with the story that their movement rooted in an overabundance of women, was and is the story that we all got collectively.

Begijnhof Kortrijk: Sin-Annazaal en beeld van M. Pattyn.

Statue of M. Pattyn, the last one of a movement of revolutionary women that lasted 800 years.

Just as I was a while ago, people are astonished when they hear about the beguine movement*: 800 years of independent women! They tell me ‘I didn’t knew that!’ If they find out about the women as famous writers, as mistresses who led a whole city, of women who took care of eachother untill the end,… I see the sugary story of ‘naïve women’ melting away…

Uitgave van Hadewijch in het Engels.

The works of Hadewijch, translated in English.

Research and publications are, compared to the attention other fields get, recent. In Belgium, the Netherlands and other countries  authors published decent studies about these men and women and a recent museum in Flanders is giving an example of how things can be done. Nevertheless, the field is fragmentised.

We need to bring all this information together so one story of ‘wise women with identity’ becomes thé story. We need to provide this untill and after the sugary image of the beguines becomes as unknown as their real story is today…

© Debby Van Linden

*The origine of the beguine movement throughout West-Europa is still unknown. The hypotheses on this subject are still guessings.

Returning…(2): Antwerpen

Een tweede uitstap in deze lichtperiode leidde richting Antwerpen. Dit begijnhof zette, na de ‘dansende vrouwen van Mechelen‘ gezien te hebben, mijn ziel in vuur en vlam en gaf het begin van mijn queeste aan.

Apenbhofbeggapoort

Alsof ik ze pas gisteren had gezien, daar was Begga weer, prijkend bovenaan de poort. Net om de hoek piepende, glimlachte ik ter herkenning van deze woorden op het ingelijste kader. De allereerste zin had mijn nieuwsgierigheid aangewakkert en mij doen grasduinen in boeken, doen zoeken naar Herstory

Apenbhofplakkaat

In de stilte van deze dag wandelde ik het hof door, stapte door de binnentuin … wat deed het deugd hier nog eens te kunnen ‘zijn’!

Apenbhofinkom

Aan de buitenkant van de Catharinakerk merkte ik de eerste tekenen van restauratie.

Apenbhofrestauratie

ApenkerkCatharina

In de kerk waren enkele glasramen verdwenen, ook hier binnen werd het erfgoed deel per deel terug opgeknapt. Deze aandacht en zorg zien, gaf me een fijn gevoel. In het gebouw was het muisstil, een moment om hiervan te genieten en ‘bij te tanken’. Even stond ik oog in oog met Begga, centraal opgesteld aan het altaar.

Apenbeggakerk

Ik zag me hier weer staan, enige tijd geleden: zoekend, zoekend, zoekend,… vervolgens verbouwereerd door de magie van dit begijnhof, zielsblij dit (toen onbekende) vrouwenerfgoed te ontdekken. Ik besefte een weg te hebben afgelegd… een weg naar mijn ‘voormoeders’, naar de wijze vrouwen die me vooral waren gegaan, naar mijn geschiedenis en als zodanig naar mezelf.

In het gastenboek van de kerk noteerde ik de oprechte woorden: ‘Het is fijn weer ‘thuis‘ te komen!’

© Debby Van Linden

Samhain*

A serene morning

A tranquil moment

Glorious silence

samhain

Let it be

Everything that was

Everything that will come

 

*Samhain (spreek uit ‘Sowen’) kondigt het einde van het jaarwiel aan en tegelijkertijd het begin van een nieuwe cyclus, zowel dood als wedergeboorte (het zogenaamde ‘Oud en Nieuw’). De winter kan nu beginnen. Deze periode wordt gekenmerkt door mistige ochtenden, daar de sluier tussen ‘leven’ en ‘dood’ het dunst is. Samhain zien we opduiken in de feestdagen Allerheiligen en Allerzielen, alsook in ‘Halloween’.

Mabon*

The beauty and grace

  of saying goodbye, of dying,

knowing you’ll be reborn…

MABON

 

* Mabon of  ‘de herfst’: in deze periode halen we volop oogst binnen, wordt moeder Aarde bedankt voor haar giften en wordt volop voedsel gedeeld. Dit zien we terugkomen in de oogstfeesten en in ‘Thanksgiving’. Donker en licht zijn volledig in evenwicht en langzamerhand gaan we naar de donkerste periode van het jaar. Deze periode kenmerkt zich door reflectie en het integreren van hetgeen we de afgelopen tijd geleerd hebben.

Herentals: tussen twee werelden

Een zonovergoten dag, een onbekend begijnhof en een open geest: met deze drie ‘ingrediënten’ fietsten wij richting Herentals. Welke (begijnen)wereld zou ik nu tgemoet treden? Eén ding had ik ondertussen geleerd: elke keer ik de ingangspoort doorging, wandelde ik een nieuwe wereld binnen, zowel innerlijk als uiterlijk.

P1040248

De lichtinval van de poort en de poort zelf hadden iets grotesks. Eénmaal binnen nam ik het hof in me op: de rechterkant en mijn vooraanzicht voelden authentiek aan, de linkerkant (ver weg door het tussenliggende groen) kwam mij gekunseld over.

P1040256

De paadjes aan de linkerkant volgende, liet ik de rest van het hof op me afkomen. Bij de Lourdesgrot, ter ere van een begijn opgericht*, hield ik even halt: op de één of andere manier vond ik hier intense, stille en kostbare zielsvoeding in het verwerkingsproces omtrent mijn grootmoeder(s). Ik besefte een veranderingsproces door te maken dat mij via de begijnhoven richting Maria leidde: waar ik haar vroeger links liet liggen, had ik nu door dat het verhaal dat me werd verteld over haar (én uiterst deemoedig én maagd én moeder) ergens niet klopte. Dat de feiten niet strookten met de werkelijkheid was me wel duidelijk, ik merkte echter dat dat ‘dit klopt niet’ meer ging richting ‘Maria, ik ken jouw verhaal, Her Story, niet’.

P1040273

Na een pauze tussen het groen, trok de begijnhofkerk mijn aandacht. Bij onze eerste verkenning door het hof, was de kerk gesloten. We waagden het er echter op nog eens te passeren… vanuit een zijdeurtje kwam een vrouw buiten om vervolgens weer binnen te gaan. Eén blik naar mijn compagnon was genoeg om mijn boodschap over te brengen: ik besloot mijn kans te wagen en volgde haar via het zijportier.

Binnengekomen aanschouwde ik een prachtig gerenoveerde kerk en twee vrouwen die aan het schoonmaken waren. Mijn ‘durf’ om binnen te gaan, leidde tot een fijne ontmoeting met de oudste van de vrouwen: Wiske. Deze had hier duidelijk haar rol: zij zorgde mee voor een net onderhouden kerk en een punctuele registratie van de kerkdiensten (huwelijken e.d.). Terwijl ik het interieur verder in me opnam (de muurschilderingen vond ik prachtig, net als het beeld van Catharina!), liet ze me ‘onder het tapijt’ piepen, de grafstenen van een aantal begijnen werden zichtbaar.

Ontmoeting met Wiske.

Ontmoeting met Wiske.

P1040301

P1040291

Dit begijnhof deed me tussen twee werelden staan: deze van ‘zorg voor’ en ‘eerbied naar de begijnenbeweging’ als ik de kerk, de poort en de meest rechtse huizen aanschouwde. De linkerkant, de ‘moderne’ wereld van de woningcomplexen, bleef voor mij een vreemde eend in de bijt…

P1040343

Volledig gevuld met nieuwe indrukken en ontdekkingen wandelde ik de poort, als afsluiter, nog een keer door…

*hierover in de volgende post meer

Omwentelingen integreren…

Alvorens verder te gaan op mijn queeste (de begijnhoven van Sint-Amandsberg en West-Vlaanderen stonden in de wachtrij), nam ik een moment om alle ontdekkingen, contacten, gebeurtenissen en bezoeken te laten bezinken. Een deel van mijn queeste veruiterlijkte zich op mijn prikbord, dat zich beetje bij beetje begon te vullen met ‘voeding’ in de vorm van foto’s, stukjes tekst en ‘toevalstreffers’!

prikbord

Terwijl ik alles aanschouwde, kon ik mezelf zien…

– op een paar weken tijd was ik getransformeerd van complete leek tot wandelende begijnhovenspraakwaterval. Ofwel was ik op weg naar een hof, ofwel was ik erover aan het lezen, ofwel was ik een planning qua logement/ vervoer aan het maken. Ik ademde ‘queeste’ in en uit, stond ermee op en ging ermee slapen. Ik concludeerde ofwel nu compleet ‘zot’ te zijn ofwel begeesterd tot op mijn botten, en misschien was dat wel hetzelfde…

– nog ‘zotter’ vond ik het feit dat ik deze queeste maakte in gezelschap van iemand die ik heel kort voor de start hiervan had leren kennen. Deze persoon kon het toelaten mij te vergezellen en me toch mijn weg te laten zoeken, kon zijn plaats vinden in dit hele gebeuren.

– de wereld van de mystiek,  het ‘weten van het hart’ begon een grotere plaats in mijn leven te krijgen. Waar ik ervoor ervaringen van stilte kon laten zijn en ze ergens wel verstond, zakte ik nu dieper in de ‘onderwereld’. Deze wereld was geen sprookjeswereld: ontzielde plaatsen en harde feiten mengden zich met vragen, soms onbeleefde antwoorden, toffe ontmoetingen, risico’s en nog meer vragen. Terwijl ik voortwandelde, leek de tocht zelf mij ook voort te duwen.

– mijn wereld stond op z’n kop: ik kreeg (een sterkere) verbinding met elementen en combinaties hiervan die ik ervoor zelfs in mijn wildste dromen niet kon voorstellen: Maria, kapellen, kerken, kloosters, heiligen, rozen, de kleur blauw, wijze vrouwen met zilveren haren, sprookjes, mythen, de slang, het zwaard en de dolk, poorten, heksen,…  ze logeerden in mij en waren vastbesloten niet te vertrekken vooraleer ik hen met elkaar in verband kon brengen.

Staags verder lezend in ‘De ontembare vrouw’ van Estés concludeerde ik dat mijn dromen misschien nog niet ‘wild’ genoeg waren geweest. Terwijl mijn verstand vraagtekens zette bij alle informatie, plante ik mij neer in de zon, liet mijn mijmeringen los en glimlachte met de zekerheid ‘there will be an answer, let it be, let it be…’

Een krachtige gastbijdrage

Door te bloggen, kreeg het schrijfvirus me meer en meer te pakken. Over mijn queeste schreef ik voor de blog ‘de tweede sekse’ een gastbijdrage onder de titels ‘Kracht (1)’ en ‘Kracht (2). Hierbij deel ik ze  graag met jullie!

Kracht…(1)

In een wereld levende waar seksisme, objectivering van vrouwen en (sexueel) geweld op hen voorkomt, heb ik lange tijd mij verdiept in boeken, documentaires, lezingen, films,… die mij steeds bewuster maakten van de beperkte rollenpatronen (en dit voor mannen en vrouwen), het systeem dat mensen als grondstoffen behandeld, de hardnekkigheid van clichés,…

Dit bewustworden en mij hierin steeds verder verdiepen, dat doe ik nog steeds… doch, ik merk op momenten ook moedeloos te zijn, heel veel teleurstellingen te verwerken te krijgen en een gebrek aan maatschappelijke steun te er evaren… ik werd er moe van… zocht naar meer positiviteit, naar sterke vrouwenmodellen, naar voeding…

Ik besefte twee dingen: ten eerste dat ik op school en in het ‘normale circuit’ vooral ‘zijn verhaal’ als geschiedenislessen kreeg (geschiedenis noemt in het Engels ‘hiStory’, ‘zijn verhaal’), ten tweede dat de vrouwen als filosofen, wetenschappers,… een expliciete vermelding kregen als ‘vrouwelijke filosofe’ of ‘eerste vrouwelijke astrounaut’, alsof het er per sé bij moest dat het een vrouw betrof.

Ik besloot dat het tijd was om, naast mijn activisme, mezelf ook te voeden met ‘herStory’ als tegengewicht voor ‘hiStory’ en ontdekte een nieuwe wereld die me dieper in de antropologie, de geschiedenis, de architectuur en de symbolenleer trok. De Kelten, de moedergodin, de begijnen, Hildegard von Bingen, de indianen,… kwamen aan bod en telkens zoog ik informatie op waarbij de vrouw respectvol, eervol, krachtig en vooral als mens aan bod kwam.

Ik besefte dat er veel te vinden was, mits ik bereid was om soms diep te graven. De vrouw werd weggewist uit de boeken, uit de geschiedenis, uit de hedendaagse wereld,… maar zelf laat ik ze terugkomen, herrijzen en laat ik ze mij voeden. Ik koester ze als kostbare schatten, als een vat om mezelf heel regelmatig in onder te dompelen.

Kracht (2)

En graven deed ik, een nieuwe wereld ging open… en ik leerde een aantal dingen: Deze zaken deel ik graag met jullie ter inspiratie! Neem mee wat je wilt, laat liggen wat je niet aanspreekt.

In mijn lijf te gaan zitten: in een maatschappij waarin ‘denken’ een te grote plaats inneemt, zocht ik naar evenwicht tussen ‘denken’ en ‘voelen’. Ik startte met lessen oriëntaalse dans, een dans die oorspronkelijk voor en door vrouwen uitgevoerd werd en waarbij de vruchtbaarheid centraal staat (en dus niet als sexueel entertainment voor mannen!). Wat voelt dat goed!

Positieve boodschappen: ik merkte dat ons geleerd word (en dan nog sterker aan vrouwen) om vooral de dingen die we niet goed kunnen te benadrukken en het eigen uiterlijk steeds af te breken. Hoe bewuster ik me hiervan werd, hoe meer ik deze verinnerlijking van negativiteit begon op te merken. Ik besloot: ‘realistisch opmerken dat ik iets (nog) niet kan, is ok, mezelf hard onder mijn voeten geven en (laten) afbreken, neen’. Ik ben mijn omgeving ook om steun gaan vragen, immers omringende, stimulerende woorden en schouderklopjes zijn nodig. Loop ik nu ‘superhappy’ rond? Neen, aan die cultus heb ik geen boodschap. Wel wil ik een gezondere houding naar mezelf ontwikkelen. Slaag ik daar altijd in? Ook niet, maar dan is het juist belangrijk om dit te erkennen en hierop geen harde zelfkritiek te gaan toepassen.

HerStorische voeding: ik zocht naar rolmodellen, sterke vrouwen, hun eigenschappen, hun ideeën, hun doorzettingsvermogen,… en vond ze! Het redeneerstalent en het doorzettingsvermogen van Catharina van Siëna, de persoonlijke inzichten, werken, muziek en politieke acties door Hildegard von Bingen, de prachtige schrijfsels over de mystiek door de begijnen, de Venuskunst,… ik zocht er foto’s en symbolen van en hing deze goed zichtbaar op, zodat ik deze ‘voeding’ telkens zou herinneren. Tevens merkte ik dat op bezoek komende vrienden soms nieuwsgierig waren naar die afbeeldingen, waarop ik enthousiast erover vertelde en zo hen zo een herStorische boodschap meegaf.

Taal: onze taal is naar de visie ‘mens = man’ gekleurd. In mijn eigen taal let ik erop dit niet toe te passen. Bv. ‘we zijn met een zestal mensen’ in plaats van ‘we zijn met een zestal man’. In mijn oplettendheid spreek ik andere mensen daar direct of indirect, vaak met humor, op aan. Lukt dit steeds? Neen, maar dan weet ik in hoeverre de persoon in kwestie een kritische kijk op de wereld heeft en kan ik daar mijn conclusies uit trekken.

Resultaat? Ik ben blij met en geniet van mijn vondsten en zoek verder! Meer tips welkom!

Tijd voor reflectie… (2)

Op zoek naar een verjaardagskaartje in Carmelitana, trok een afbeelding van een vrouw mijn aandacht. Alvorens ik afrekende, vroeg ik de medewerkster wie deze figuur nu juist was. Na wat opzoekwerk vertelde ze me dat het een werk van Bradi Barth betrof en de vrouw op de foto Maria voorstelde.

mariaBradiBarth

Ik stond perplex: in de verste verte kon ik ‘sterke vrouwenfiguur’ niet overeenstemmen met Maria. Mijns inziens werd ze door de kerk schizofreen voorgesteld: langs de ene kant opgehemeld als uitverkoren moeder van een zoon (en geen dochter) en langs de andere kant afgebeeld als uiterst en steeds deemoedig, blank en breekbaar als porselein, bleek en bevroren, uitgewist als Vrouw. Ik miste pit, vuur, lef, emotie, intelligentie, vreugde, echtheid en authenticiteit…  kortom ‘kleur’. Mijn hoofd tolde: ik had puur gevoelsmatig deze afbeelding uitgekozen terwijl ik er mij absoluut niet mee kon identificeren! Luisterend naar ‘vanbinnen’, besloot ik het toch mee te nemen. De winkel verlatende dacht ik ‘Dit is te zot voor woorden.’

‘s Avonds hoorde ik het nummer ‘Let it be’ van de Beatles. Weer stond ik aan de grond genageld: ik ‘luisterde’ nu écht en het leek alsof ik nu pas de gezongen woorden ook hoorde ‘Mother Mary comes to me, speaking words of wisdom, let it be, let it be…’. ‘Verdorie, hier zijt ge weer!’ dacht ik, ‘Wat wilt ge mij toch zeggen?’ ‘Let it be’ en ‘zoek verder’ was het antwoord. Even later hing ik de tekst van het nummer en haar afbeelding bij op mijn prikbord, mij nog steeds afvragende tot wat dit zou leiden…