Samhain*

A serene morning

A tranquil moment

Glorious silence

samhain

Let it be

Everything that was

Everything that will come

 

*Samhain (spreek uit ‘Sowen’) kondigt het einde van het jaarwiel aan en tegelijkertijd het begin van een nieuwe cyclus, zowel dood als wedergeboorte (het zogenaamde ‘Oud en Nieuw’). De winter kan nu beginnen. Deze periode wordt gekenmerkt door mistige ochtenden, daar de sluier tussen ‘leven’ en ‘dood’ het dunst is. Samhain zien we opduiken in de feestdagen Allerheiligen en Allerzielen, alsook in ‘Halloween’.

Herstorisch Aalst: ontzielde glorie

Op de gronden van het Boudenaershof verenigden de begijnen zich rond 1260 om vier jaar later adellijke bekrachtiging door gravin Margaretha van Constantinopel te ontvangen. Op het hof werd vervolgens duchtig gebouwd: een infirmerie en kerk kwamen tot stand.

In de 16e eeuw werd bijna het hele begijnhof vernield door de Geuzen. Het stadsbestuur zorgde voor financiële middelen tot wederopbouw. Ook voor de Aalsterse begijnen betekende de 17e eeuw een grote bloeiperiode: het hof breidde uit en het begijnenaantal steeg. In de daaropvolgende eeuw zullen de Fransen de kerk innemen en als feestzaal gebruiken, zeer tegen de zin van de begijnen. Begin 19e eeuw herstelde de rust zich: de begijnen kregen hun kerk terug en het begijnenaantal steeg tot een tachtigtal. Deze periode was echter niet van lange duur: het hof werd in 1870 aangekocht door baron della Faille. Deze gaf de begijnen woonrecht tegen een hoge vergoeding.

De 20e eeuw betekende ontzieling en verval op alle vlakken: het hof werd aangekocht door de Maatschappij voor Goedkope Woningen die tussen 1952 en 1959 bijna alle huizen liet afbreken en vervangen door nieuwbouw. De vlakbijgelegen torens van de industriezone veroorzaken sterke geur-en lawaaihinder en ontzielen het uitzicht op het hof.

poortAA

foto uit de collectie van de familie Renneboog

De neogotische begijnhofpoort bestaat niet meer, nu rest slechts een doorgang tussen twee flatgebouwen. Aan de overhant van de voormalige poort treffen we de pastorie, tijdens ons bezoek te koop aangeboden. Links valt het groothuis op, een Mariabeeldje pronkt in de nis boven de toegangsdeur. Dit gebouw, samen met de huizen met nummers 41 en 42, zijn de enige overblijvende begijnhofhuizen.

P1050483

P1050479

P1050473

Centraal ligt de kapel, gewijd aan Sint-Antonius. Dit bedehuisje werd gebouwd op het graf van begijn Johanna Dedemaecker. Deze vrouw koos voor een leven van strenge ascese en matigheid. Door haar rotsvast geloof zou ze ziekte en pijn door middel van handopleging hebben kunnen genezen. Al deze eigenschappen leidden tot een groot ontzag bij haar zuster-begijnen wat zich uitte in de bouw van een eerbiedige plaats ter nagedachtenis.

P1050445

P1050454

De kerk, gewijd aan Sint-Catharina, begon men te bouwen in 1786 en werd niet lang voor de Franse inval voltooid. Het hoofdaltaar is afkomstig uit een ander bedehuis. Op het moment van ons bezoek werden hier restauaratiewerken uitgevoerd.

Aalst: schrijnend dieptepunt

Na de Leuvense ontdekkingen, wandelden we richting begijnhof, een klein eindje van de stadskern van Aalst vandaan. Wat stond ons te wachten?

Het hof naderende, kwam een sterke, industriële geur van de fabriekstorens vlak achter het hof ons tegemoet. De doorgang binnengaande, bleef ik abdrupt staan: ‘Was dit een begijnhof?’ Het huilen stond me nader dan het lachen. Het groothuis, een kapelletje, de kerk en twee ‘gewone’ huizen waren nog over van dit immense terrein. De woningen waren vervangen door nieuwbouw, de fabrieksschouwen verpestten het uitzicht. De identiteit, de beslotenheid, de sereniteit,  allemaal uitgewist… verdwenen…

AAkapel

beggaAA

De kapel boodt even ademruimte. Begga preikte in het glasraam boven me. Terwijl ik rondkeek, merkte ik hoeveel zorg deze ruimte kreeg: een foldertje aan de deur maake duidelijk dat het onderhoud door een bewoonster van het hof gebeurde. Aangezien deze niet thuis was, stopte ik een briefje met een waarderende boodschap in de brievenbus.

P1050456

kerkAAbinnen

Aan de kerk waren verbouwingswerken aan de gang: binnengaande merke ik dat nog een stukje van het altaar (voorlopig?) intact was; een schilderij met Catharina en Begga hing te pronken.

beggabeeldAa

Buitenkomende ontmoette ik nogmaals Begga, deze keer in beeldvorm, verwaarloosd en aangetast.

AApoortje

Na het achterpoortje van het hof doorgewandeld te hebben, verliet ik teleurgesteld en aangedaan het hof.

Op terugweg passeerden we een winkel met oude boeken. Een aantal ervan lagen buiten op een tafel. Bij het lukraak doorbladeren, vond ik plots een aantal afbeeldingen* van het begijnhof in oorspronkelijke staat. De bijhorende tekst begreep mijn gevoel met de woorden ‘Eén van de belangrijkste geschiedkundige plaatsen van de stad verdween voorgoed. Menig Aalstenaar denk met weemoed terug aan wat misschien wel het mooiste plekje van de stad had kunnen worden.’) Een klein spoor, een klein beetje vreugde om wat had kunnen zijn…

hofvroegerAA P1050490

* De zwart-wit foto’s komen uit de verzameling van Godelieve en Jerome Renneboog.

Herstorisch Leuven – Klein begijnhof: een restje glorie

Over de stichting van dit begijnhof is weinig met zekerheid te vertellen, men veronderstelt dat de aangelegen Sint-Gertrudisabdij een grote rol vervulde in het ontstaan van een begijnengemeenschap en hen tevens financiële steun verleende. De schenking van een huis aan de infirmerie door rijke begijnen in 1295 is echter een vaststaand feit.

In de 14e eeuw brak een rustige groeiperiode aan: een kapel werd gebouwd en gravin Johanna van Constantinopel erkende officieel de rechten van het hof. De 17e eeuw kenmerkte zich door een grote bloei, net zoals de meeste andere begijnhoven: het begijnenaantal steeg enorm en een nieuw bedehuis werd gebouwd.

huisbegL

In de 18e eeuw werd het hof door de Fransen opgeheven en de infirmerie over in handen van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (het toenmalige O.C.M.W.). Het begijnhof werd later weer vrijgegeven, doch door het dalende begijnenaantal was heropbouw niet meer mogelijk. Niet lang na het overlijden van de laatste straffe madam, wordt ‘afbreken’ realiteit: de poort en de kapel verdwenen. In 1954 ging ook de infirmerie tegen de grond ten voordele van een nabijgelegen brouwerij.

begijnhofLingang

Van de oorspronkelijke 32 huizen blijven er nu 27 over, deze werden in 1980 gerestaureerd. Via de naamplakkaatjes aan de huizen blijft een glimp van verleden bewaard…

conventL

beggL

Doorheen onze wandeling langs de Leuvense hoven, vonden we een aandenken aan de mannelijke begijnen, de bogaarden, in de Mechelsestraat. Ook de mannen laten hun ‘roots’ zien…

Verderop in Leuven: een straatje…

Na de imposante invloed van het Groot Begijnhof te hebben ervaren, keken we uit naar ‘de buurvrouw’: het Klein Begijnhof. Met een aandachtstrekkende ‘miauw’ nodigde mevrouw Poezebeest mij uit binnen te wandelen…

begijnhofbinnen

De tegenstelling was enorm: geen poort, geen kapel, geen beeld of aandenken, enkel een (weliswaar mooi onderhouden) straatje. De plaats gaf me een dubbel gevoel: hier was duidelijk recente aandacht voor renovatie geweest, langs de andere kant miste ik de beslotenheid en unieke begijnhofsfeer.

middenvhstraatjeleuven

P1050202

In de hoop meer te vinden, besloten we de abdijkerk te gaan bezichtigen. De begijnen zouden immers vanuit de abdij hun gemeenschap hebben opgebouwd. Hier botsten we op een gesloten deur. Blijkbaar konden we enkel binnen bij de vieringen.

P1050218

Met een enigzins teleurgesteld gevoel wandelde ik een laatste keer het straatje door… Wat had ik graag meer over deze Leuvense madammen geweten…