Het oude, Gentse hof: vertrouwd en opnieuw ontdekt

De voorlaatste queestehalte was mij zo vertrouwd dat ik er nauwelijks bij stilstond: ik fiets of wandel wekelijks een paar keer door het Sint-Elisabethhof op weg naar het hart van Gent. Tussen het drukke stadscentrum en de al even rumoerige ring, ligt deze oase.

De begijnhofkerk en het grasplein errond vormen voor mij het hart van het hof, tevens een rustpunt. Wanneer ik de kerk tot in detail bekijk, valt mij het mooie beeld van Elisabeth op, prijkend in de nis boven de ingangspoort. Haar symbolen, het boek en de kronen, ben ik ondertussen op een andere manier gaan interpreteren: vormen om te referen naar wijsheid en het resultaat van een persoonlijke ontwikkelingsweg.

P1070095

P1070089

Doorheen het hof wandelende, richt ik mijn aandacht op de mooie plekken*: de huizen langs de Begijnhofdries en de Provenierstersstraat. In dit laatste straatje is het het stilst, hier kom ik tot rust.

Provenierstersstraat - sfeerbeeld.

Naar de Provenierstersstraat – sfeerbeeld.

Dit hof heeft doorheen de geschiedenis veel meegemaakt en dat is zichtbaar en voelbaar. Als ik terug bij de ingangspoort kom en er, voor de verandering, eens rondga tref ik dit gedicht: het geeft exact weer wat ik merk…

P1030587

Soms is dat wat zo bekend en vertrouwd is, nog het verrassendst!

Terug thuis pakte ik voor de laatste keer mijn spullen bij elkaar voor een bezoek aan Tienen en een ‘return‘ naar Mechelen…

*Op het moment van schrijven zijn er vele restauraties aan de gang. 

Herstorisch Antwerpen: stadsoase met een woelige geschiedenis

Midden dertiende eeuw vestigen de Antwerpse begijnen zich op een stuk grond buiten de stadsmuren, nu de Begijnenvest aan het Kiel genoemd. Op hun ‘Curtis Sion’, zoals ze hun hof noemden, hadden ze een eigen kerk, infirmerie en tevens eigen bestuur, met steun van de bisschop en hertog Jan I. Drie eeuwen later zal het begijnhof afgebrand worden: de Gelderse troepen bedreigen de stad waardoor de ‘verschroeide aarde’-techniek wordt ingezet om de vijand geen onderkomen buiten de stadsmuren te gunnen.

Het huidige hof aan de Rodesraat.

Het huidige hof aan de Rodesraat.

De begijnen besluiten zich vervolgens binnen de stad te vestigen, op de huidige locatie aan de Rodestraat. De aankoop van de grond vind plaats in 1545 om een jaar later de eerste woningen en kerk in te wijden. De 16e eeuw wordt, op een korte periode van Calvinistische bestuur na, gekenmerkt door grote bloei: meer dan 200 begijnen wonen en werken op het hof dat de gehele streek van de Rodestraat omvat. De inval van de Fransen zorgde echter voor een kentering: de vrouwen moeten het hof verlaten en het ‘achterhof’ (het gedeelte dat begint achter de kerk en eindigt aan de Paardenmarkt) wordt verkocht. Na de Franse Revolutie slagen de begijnen erin het hof terug in bezit te krijgen en breekt wederom een bloeiperiode aan: de huizen werden vernieuwd en een nieuwe begijnhofpoort rees uit de grond.

P1070037

Huidige begijnhofpoort met in de nis Begga.

In de 19e eeuw knabbelde men nog een stuk van het hof, gewijd aan Catharina, af: de infirmerie en een aantal huizen werden verkocht. De begijnen konden gelukkig de rest in hun bezit krijgen. Tevens lieten ze hun kerk vervangen door een nieuwe (1827-1830). De twintigste eeuw toont duidelijk het dalend aantal begijnen: juffrouw Virginie Laeremans, de laatste Antwerpse begijn, overleed in 1986. Restauraties van het hof vinden plaats in 1901, 1970 en vandaag de dag.

P1060888

Ingangspoort van de begijnhofkerk.

Blikvangers op het begijnhof* zijn, zonder twijfel, de groteske begijnhofpoort, de tuin en de eenvoudige, doch prachtige begijnhofkerk, waar Begga – sterk vereerd op dit hof – een centrale plaats inneemt.

Bronnen:

‘Het begijnhof van Antwerpen’ door M. Palinckx (2011) – uitgewerkte brochure.

Olyslager, W.A. (1990).750 jaar begijnen te Antwerpen. Uitgeverij Pelckmans, Kapellen.

*Het Antwerpse begijnhof was tot voor kort een grote onbekende voor mij. Heden behoort deze parel tot één van mijn meest geliefde en bezielde hoven.

De stille ontkiemingsplaats in Antwerpen…

Bij de eerste passen doorheen de poort in de Rodestraat voelde ik het meteen: ‘thuis‘.

P1060913

Door de poort gaande en na een blik op het mij ondertussen vertrouwde bordje ‘manspersonen na zes uur’ – het had mij een tijd geleden nieuwsgierig genoeg gemaakt om naar deze plek te komen-opende het hof zich.

P1060910

P1060898

apenAnjabkerk

Begijnhofkerk-altaar. Foto door Anja Vandervelpen, met toestemming overgenomen.

Als vanzelf begon ik aan een wandeling langs de huizen en ging de kerk** binnen. Ik nam een paar minuten de tijd om in de stilte de beelden die het vrouwelijk goddellijke representeerden in me op te nemen. Begga schitterde vooraan, boven het altaar, en achteraan in het glasraam.

Foto door Anja Vandervelpen - met toestemming overgenomen.

Foto door Anja Vandervelpen* – met toestemming overgenomen.

WP_001891

Zonder nog rekening te houden met de tijd, genoot ik van de begijnhoftuin, het kleine steegje naast het groothuis en de vrouwen die me in beeltenis omringden: Catharina en Barbara.

Heilige Barbara.

Heilige Barbara.

P1070034

Catharina, patrones van de filosofie.

Catharina, patrones van de filosofie.

Ik besefte dat dit hof zich in mijn geheugen had gegrift en er niet meer uit zou vertrekken: vanuit deze ontkiemingsplaats vond ik een (Vlaams) aanknopingspunt naar zowel Herstory als de representatie van het vrouwelijk goddelijke en de begijnen met hun herstorische geschiedenis: het begin van een levensomwenteling met een ‘no return – ticket’.

Foto door Anja Vandervelpen.

Foto door Anja Vandervelpen.

Ik zal hier nog vaak terugkomen.‘ waren de woorden die onmiddellijk tot me kwamen. En terwijl ik naar de poort liep, overviel me een grote gevoel van dankbaarheid… voor de momenten van (hard) zoeken en wroeten, voor ‘vinden’, voor de vrouwenwijsheid die hier aanwezig was, voor de queeste zelf – op datzelfde moment zei ik met overgave ‘ja‘ tegen de laatste twee hoven die deze tocht rijk was…

© Debby Van Linden

*Hierbij wens ik Anja Vandervelpen oprecht te bedanken voor het voor het gebruik van haar prachtige foto’s die de bezielende sfeer van het Antwerpse hof schitterend tot uiting brengen.

**Tevens een woord van dank aan mevrouw Marleen Palinckx en meneer Jos Lecocq voor hun fijne ontvangst en hun zorg voor en rondleiding in de begijnhofkerk.

Herstorisch Amsterdam: onderduiken in de ‘schuilkerk’

Reeds lang voor een eerste schriftelijke vermelding bestonden er al begijnen, zo ook in Amsterdam. In 1307 komt de naam ‘begijnen’ voor in de Baljuw-rekening van Amstelland en in 1346 schrijft men over een ‘Beghynhuys’. Op het einde van de 14e eeuw zal Albrecht van Beyeren de begijnen in bescherming nemen, de hofstatuten bekrachtigen en enkele leefregels naar voren schuiven. Het hof was toen redelijk klein, tot waar nu de Begijnensteeg ligt.

P1060370

Ingang van het hof langs de Gedempte begijnengracht.

Begin 15e eeuw breidt het hof uit aan de zuidelijke zijde, tot aan het huidige Spui. Twee stadsbranden, één in 1421 en één in 1452, verwoesten de Mariakapel en een hofgedeelte. De begijnen laten de wederopbouw met gebruik van steen gebeuren. In het begin van de 16e eeuw breidt het hof nogmaals uit: deze keer tot aan de huidige Nieuwezijds Voorburgwal. Op het einde van deze eeuw nemen de calvinisten de macht van de katholieken over in Amsterdam: de begijnen zien hun kerk overgaan in protestantse handen. Ze besluiten hun religieuze bijeenkomsten in een ‘schuilkerk’ te laten doorgaan: eerst afwisselend bij elkaar in huis, erna worden twee huizen samengevoegd tot kerk – het stadsbestuur keurt deze ‘kerkbouw’ goed mits aan de buitenkant niet te merken is dat op die plaats een kerk staat.

P1060409

In de 17e en 18e eeuw heeft het hof verschillende malen meer weg van een bouwwerf: een aantal huizen worden afgebroken en opnieuw gebouwd, gevels worden vervangen en de kerk wordt uitgebreidt en van nieuwe glasramen voorzien.

'Het houten huis' -in het zwart- één van de weinige huizen met houten evel.

‘Het houten huis’ -in het zwart- één van de weinige huizen met houten gevel.

In de periode 1984-1987 wordt het gehele hof gerestaureerd en draagt prinses Juliana het begijnhof over aan de Stichting Begijnhof, deze verhuurt de hofhuizen aan 93 vrouwen. De laatste Amsterdamse begijn overlijdt in 1971.

Tweede toegangspoort van het begijnhof langs het Spui, met Ursula als bescherm-en mantelheilige.

Tweede toegangspoort van het begijnhof langs het Spui, met Ursula als bescherm-en mantelheilige.

Het begijnhof is overdag te bezoeken: de begijnhofkerk en een gedeelte van het hof zijn bewandelbaar.