Herstorisch Kortrijk: grootjuffrouw Clementina!

Het Kortrijkse begijnhof, met Sint-Elisabeth als patrones, ligt in het hart van de stad. De eerste begijnen woonden niet hier, wel in een gemeenschappelijk huis in de nabijheid. Door schenkingen van Johanna van Constantinopel, uitgevoerd door haar zus Margaretha, konden de begijnen zich in de 13e eeuw vestigen aan de Zypte, de plaats van het huidige hof. Elisabeth van Hongarije werd hun beschermheilige. In 1284 kreeg het hof een eigen kapel. De Guldensporenslag zorgde echter voor schade aan de gebouwen en deed het begijnenaantal krimpen. Dankzij adellijke steun van achtereenvolgens Filips de Goede, Karel V en Isabelle en Albrecht, kende het hof van de 15e tot de 17e eeuw heropbouw en bloei.

P1040247

Een nieuw dieptepunt deed zich echter voor eind 17e eeuw: de Fransen vielen binnen en installeerden een militair hospitaal in het begijnhof. De kerk werd beroofd en mocht een tijdlang niet meer gebruikt worden. Het toezicht door de Burgerlijke Commissie der Godshuizen bracht nog minder een verbetering. De aanstelling van Clementina Hiers tot grootjuffrouw maakte hier abdrupt een einde aan:  zij jaagde de militairen buiten en vroeg vervolgens aan de overheid een vergoeding aan voor de geleden schade. Deze aanvraag en de aanvraag tot nieuwe statuten voor het begijnhof werden verkregen en uitgevoerd. Met de centen werd het begijnhof beter ommuurd, de statuten brachten nieuwe leefregels; kortom er heerstte terug rust en orde op het hof.

Vanaf 1987 werden de huizen gerenoveerd en opgedeeld in afzonderlijke wooneenheden. Om de rust en stilte bewaren, mogen hier enkel bewoners vanaf de leeftijd van 50 jaar wonen.

foto door M. Hoys

foto door M. Hoys

De barokke begijnhofpoort, met heilige Begga in het boogveld, geeft uit op het eerste plein met een standbeeld van Johanna van Constantinopel, als eerbetoon voor haar hulp aan de ontwikkeling van het begijnenwezen.

Standbeeld van Johanna van Constantinopel, als eerbetoon voor haar steun voor de ontwikkelin vna het ebgijnenwezen tot begijnhof - foto door M. Hoys

Standbeeld van Johanna van Constantinopel, als eerbetoon voor haar steun voor de ontwikkeling van het begijnenwezen tot begijnhof – foto door M. Hoys

Het groothuis, nummer 31, onderscheid zich van de andere huizen door de voorgevel: dit zijn twee aan elkaar gekoppelde trapgevels. Links van het groothuis leidt een straatje je NaaR de bleekweide en de resterende huizen van het hof.

DSC02197

De kapel, zo behouden geweest doorheen de tijd (de meeste begijnhoven kregen op termijn een kerk), vind je aan de overkant van het groothuis. In 1464 werd deze gewijd.

Ingang naar de kapel

Een mooi eerbetoon aan de begijnen is het standbeeld van Marcella Pattyn, de langst levende begijn, overleden in april 2013.

P1040175

P1040177

Conclusie: het verdiende respect voor de begijnenbeweging is op dit hof* ruimschoots aanwezig…

**Het Kortrijkse begijnhof was tot voor kort een grote onbekende voor mij. Heden behoort deze parel tot één van mijn meest geliefde en bezielde hoven.

Openbarend en hartsvoedend Kortrijk: een ware ontdekking!

Na een verblijf en wandeling in de prachtige rozentuin van de Loverlij, zakten wij af naar Kortrijk, het laatste begijnhof van West-Vlaanderen. Daar deze stad mij totaal onbekend was, stapte ik onbevangen en ‘blanco’ het straatje richting begijnhof tegemoet …

Kortrijkpoort

P1040194

Enkele passen de poort onderdoorgaande, stopte ik abdrubt… ik werd overvallen door de schoonheid van dit hof: mijn hart ging open en maakte een dartelend sprongetje, de tranen sprongen in mijn ogen: dit was nu eens een begijnhof!! Pittoresk, intiem, rustig, goed onderhouden… ik herademde, voelde dat hier respect op alle niveau’s aanwezig was.

poortikke

Traag en elk moment in me opnemend wandelde ik het hof door, naar de kapel, naar de bleekweide, naar het beeld van Marcella Pattyn* als eerbetoon aan de begijnen, naar de achterkant van het hof, terug door de poort,… intens genietend nam ik alles in me op, verwelkomde verliefd deze grote, verrassende ontdekking en kroonde haar als hoogtepunt van mijn queeste.

straatjeKortrijk

De babbel met de dame van de infodienst wees uit dat het groothuis, tevens begijnhofmuseum, niet te bezoeken was wegens werken. Deze werken werden stuk voor stuk aangepakt om de sfeer zo min mogelijk te verstoren. Dit ‘materiële’ respect kon ik waarderen, net als het ‘spirituele’ respect, zichtbaar uitgedragen door de bewoners.

P1040167

De kapel binnengaande, zette ik mij neer; de koelte van deze plek deed deugd op een zonovergoten dag. Ik keek rond en liet het geheel van de beelden op me afkomen: een diepe rust van herkenning daalde op me neer… daar waren ze weer: Begga, Elisabeth… (resp. links en rechts achteraan in de nis van het altaar) ik moest even terugdenken aan mijn eerste ‘ontmoeting’ met hen in de begijnhofkerk in Antwerpen. Wat ‘kende’ ik deze madammen nu al veel beter!

P1040231

Maria echter, die bleef me een raadsel…

P1040232

Mijn bezoek aan dit begijnhof heeft uren geduurd, ik kon en wilde deze plaats niet verlaten**. Elk moment, elk gebouw, elke verrasing achter elke hoek trachtte ik in mij op te nemen. Talloze keren heb ik het hof op-en neer- gewandeld, heb eindeloos veel foto’s genomen, genoten van elk momentje ‘thuis’… Deze begijnhofervaring is nog lang, lang, lang blijven nazinderen…

P1040180

*Hierover in de volgende post meer informatie.

**Mijn compagnon was zo vriendelijk broodjes voor ons beide te gaan halen, zodat ik geen seconde van mijn hofontdekkingen zou missen. Hierbij een oprechte dank-u-wel! 🙂

© Debby Van Linden

Herstorisch Diksmuide: stiefmoederlijke geschiedenis

Het ontstaan van het begijnhof, gewijd aan de heilige Godelieve van Gistel, van Diksmuide laat zich raden. De oudste vermelding van het hof, liggend net over de Handzamevaart, dateert van 1273. Tijdens de Beeldenstorm in 1566 bleef het begijnhof onaangetast. Een grote bloeiperiode, tevens voor bijna alle Vlaamse begijnhoven, deed zich voor in de 17e eeuw: de intredingen stegen en de huizen werden vernieuwd.

Het hof bleef echter niet gespaard van invallen: de Fransen vielen in het begin van de 19e eeuw het hof binnen en verdeelden het in twee door er een muur tussen te plaatsen. ‘Hun’ gedeelte (nummers 21 tot 32) deed dienst als onderkomen voor de rijkswacht. Ondertussen was het aantal begijnen sterk verminderd tot zes.

De Muur tussen het begijnhof in, foto genomen vanop het 'Franse' gedeelte.

De muur tussen het begijnhof in; foto genomen vanop het ‘Franse’ gedeelte.

De bombardementen tijdens de Eerste Wereldoorlog veegden het begijnhof volledig van de kaart. Na de oorlog werd Diksmuide heropgebouwd, waarbij het begijnhof  niet werd overgeslagen. De begijnen zouden echter niet meer terugkeren…

De begijnhofkerk straalt architecturaal nog weinig uit: het koor** en het lage schip* lijken niet te passen. Dit doet de vraag rijzen: was er oorspronkelijk enkel een kapel?

Vandaag worden de huizen van het stukje begijnhof als verzorgingsinstelling voor mensen met een mentale beperking gebruikt.

* ruimte aan de ingang van een kerk

** plaats van het hoofdaltaar, helemaal vooraan het kerkgebouw

Diksmuide: verloren pracht…

Na Brugge keek ik uit naar de rest van West-Vlaanderen. Bij het binnengaan van het begijnhof in Diksmuide bekroop me hetzelfde gevoel als in Aarschot: ontzieling. Een aantal huizen waren in restauratie, de resterende huizen lagen er triestig bij, de kerk was intact, doch stelde weinig voor… een steek in mijn hart… de ‘begijnenspirit’ was weg.

begijnhofperspectiefD

De rozen rondom elke ingang van een begijnenhuis gaven me wat troost. ‘Toch iets dat hier onuitroeibaar is.’ dacht ik.

begijnhofdiksmuiderozen

Uit het hof gaande, passeerde ik de muur tegenover de kerk: ‘Hier klopt iets niet!’ vertelde mijn buikgevoel me heel sterk. Ik wandelde sneller de straat op en liep naar rechts… om na enkele huisnummers terug een poort tegen te komen en het andere stuk van het begijnhof te aanschouwen! Alhoewel de huisjes andere deuren en raamkozijnen hadden, twijelde ik niet: dit was een ander stuk van het begijnhof. Dit deel was mooi onderhouden, had een grasplein en enkele bloeiende heesters en een bidplaats in de vorm van jezus aan het kruis. Verder trof ik een identieke waterput als op het andere stuk aan. ‘Heel gek!’, zei ik tegen mijn reisgenoot, ‘hier is een begijnenspirit aanwezig en ergens toch weer niet.’

begijnhofD2

Nog even bleef ik rondwandelen in dit gedeelte en zette mij vervolgens neer op de rand van de vroegere waterput. Al mijmerend en in stilte liet ik mijn indrukken wat zakken.

begijnhofDiksmuide

Plots viel mijn blik op een aantal voorwerpen die vlak bij me lagen: een grote schelp en een roosje in steen. Op de één of andere manier moest ik terugdenken aan ‘op tocht/queeste zijn’ toen ik de Sint-Jacobsschelp in mijn handen nam, net zoals ik in Lier de Sint-Jacobskerk binnenging. En de roos viel voor mij met het eerdere gevoel van en de gedachte aan ‘onuitroeibaar’ samen.

Beltain*

Light the fire, my dear                           beltain

 

For summer starts from here

 

Celebrate love, love, love

 

 

 

* Beltain als Keltisch feest kondigt het begin van de zomer aan, met traditioneel het wikkelen van linten in rood en wit rond de meiboom. Liefde, begeerte en het vuur staan centraal.