De queeste: de staart… de dansende vrouwen.

Een middagpauze tijdens het onderzoekswerk voor ‘Wijze vrouwen’ in de Mechelse archieven mondde uit in een herfstbezoek aan het atelier en de tuin van kunstenares Mariëtte Teugels (°1935). Haar ‘dansende vrouwen’ aanschouwen, vormde in 2013 het keerpunt naar het zoeken naar het begijnse en ander erfgoed, door vrouwen neergezet.

De kunstenares en haar man wonen in een groene oase op een steenworp van de Sint-Romboutstoren, in het voormalige godshuis ‘de Cellekens’. Deze groep huizen werden gebouwd in opdracht van Anna De Bleken in de 17e eeuw, bestemd als woonst voor vrouwen en weduwen zonder kinderen. Mevrouw Teugels en haar man kochten het complex aan in 1992 en zetten zich aan de coördinatie van de restauratie. Hun inspanningen werden in 2002 beloond met de prestigieuze Europa Nostra Award, gekozen uit 282 projecten uit 19 Europese landen. Heden herbergt het zowel hun woning, het atelier van mevrouw Teugels, een tentoonstellingsruimte met fotografisch werk van haar man Herman Smet en een huurbare ruimte voor activiteiten.

WP_20171029_14_39_17_Rich

Kunstenares Teugels zet ‘beweging’ en ‘kracht’ centraal in haar beelden, de schoonheid van de mens benadrukkende. Gepassioneerd door kunst sinds de leeftijd van 36 jaar volgde ze opleidingen om op 47-jarige leeftijd te bloeien in haar artistieke carrière.

WP_20171029_15_06_57_Rich

Na een rondleiding in het atelier en de tuin van mevrouw Teugels was het tijd om de ‘dansende vrouwen’, ook ‘Levensvreugde’ genoemd, te begroeten: een niet te beschrijven moment, een gewenst cadeau

P1090187

De beelden van mevrouw Teugels dragen voor mij een her-innering aan vrijmoedige vrouwenkracht, een onuitputtelijke inspiratiebron, weggewist in de geschiedenisboeken en ons collectief erfgoed. De queeste vormde een beginpunt, het boek van publiceren over persoonlijke ervaringen sluit zich… alle aandacht gaat nu naar het ‘Wijze vrouwen’-onderzoek.

Informatie Mariëtte Tegels: website en facebook.

Tekst en foto’s copyright: Debby Van Linden

Met hartelijke dank aan Mariëtte Teugels en haar man Herman Smet. 

Ode aan acht eeuwen unieke geschiedenis – Honouring eight centuries of beguine past

(in English: see below)

Vandaag precies drie jaar geleden kwam er een einde aan een uniek stuk geschiedenis: het overlijden van Marcella Pattyn maakte een einde aan bijna acht eeuwen begijnenbeweging. Dit bericht was wereldnieuws en verscheen in het gerenomeerde Engelse blad ‘The Economist’.

Een terugblik op hun ontstaan en Marcella als laatste…

Het begin…

De begijnenbeweging ontstond in een Middeleeuws klimaat van veranderingen op vele vlakken: het kerkelijk beleid werd in vraag gesteld, steden kwamen op,… In zowat heel West-Europa waaide een nieuw, religieus elan: een apostolisch leven leiden – zorg voor anderen stond hierin centraal. Op vele plaatsen besloten vrouwen en mannen, alleen of in groep, een nieuwe identiteit te vormen: niet naar het klooster te gaan, wel religieus te leven. ‘De derde weg‘ als manier om in het leven te staan en tegelijkertijd spiritualiteit een belangrijke plaats toe te kennen rees op: de begijnen en begaarden waren geboren. Begijn zijn had een aantal grote voordelen: in eigen onderhoud kunnen voorzien en een eigen identiteit behouden. Voorts konden zij, uitgesloten van de universiteit, hun geschriften verdelen en bekend maken – een unieke vrouwenspiritualiteit en een nieuw literair genre, schrijven over religie in de volkstaal, zag het licht!

P1050242

Op pauselijk niveau kreeg men het echter ferm benauwd: de begaarden en begijnen werden ‘ketters’ verklaart en moesten verdwijnen. De invloed van een paar hooggeplaatste figuren heeft de begijnen in de toenmalige Lage Landen ‘gered’: indien ze zich zouden groeperen*, konden ze overleven. De begijnhoven of ‘vrouwensteden’, waarvan er momenteel 13 door de UNESCO erkend zijn als werelderfgoed, werden een feit…

P1070476

Het begijnhof van Hoogstraten.

De spiritualiteit, de organisatie, de invloed van geschiedkundige gebeurtenissen,… lieten hun sporen na in de vormgeving van de beweging, hun unieke levensstijl als onafhankelijke vrouwen met een eigen identiteit bleef… achthonderd jaar lang!

De laatste…

Marcella Pattyn, laatste begijn van een 800-jarige beweging van eigenzinnige vrouwen.

Marcella Pattyn, laatste begijn van een 800-jarige beweging van eigenzinnige vrouwen.

Marcella Pattyn (Thysville 1920 – Kortrijk 2013) werd geboren als ‘Marcelle’ in het voormalig Belgisch Kongo. Vanwege haar blindheid (ze kon nog wel felle kleuren onderscheiden) volgt ze les te Brussel bij het Institut des Aveugles. Het is op deze school van Zusters van Liefde dat Marcella voelt gehoor te willen geven aan haar religieuze roeping. Marcella stelde zich kandidate bij verschillende kloosters, doch telkens werd ze afgewezen vanwege haar blindheid. Haar immens verdriet lost op als ze via haar tantes hoort over ‘begijnen’: vrouwen die religieus leefden en toch het hof konden verlaten om hun eigen inkomen te verdienen. Door bemiddeling van haar tante werd Marcella in 1941 ingeschreven op het groot begijnhof van Sint-Amandsberg om een jaar later geprofest te worden. Na net geen 20 jaar op het Sint-Amandsbergse hof verhuisde ze naar het Kortrijkse begijnhof om er mee de Katholieke Vereniging van Zieken (KVZ) te stichten. In 1985 ging haar gezondheid stilaan achteruit en gaf ze haar bestuursfunctie over aan anderen. Ze bleef echter betrokken door zelfgebreide poppetjes te verkopen aan toeristen ten voordele van haar ziekenwerk. De laatste periode van zorgbehoevendheid verbleef ze in het St.-Jozefrusthuis in de Groeninghestad. Op 90-jarige leeftijd verscheen Marcella in ‘Villa Vanthilt’ (uitzending van 17 augustus 2010).

Een jaar later, tegelijkertijd 70 jaar begijnenleven achter de rug, kreeg ze een eerbetoon van toenmalig burgemeester De Clerck. Marcella was zelf opgetogen over het bezoek van koningin Paola in 2002, over het eerbetoon van de burgemeester was ze minder positief. In haar bijzijn werd tevens haar standbeeld ingehuldigd, nu prijkend op het begijnhof tegenover de Sint-Annazaal.

P1040175

Beeld van Marcella Pattyn – begijnhof Kortrijk.

Op 14 april 2013 deed ‘Marcelle’ de deur van een uniek stuk vrouwenkracht dicht…

© Debby Van Linden

*lees: ‘institutionaliseren’

Today, exactly three years ago, was the end a unique piece of herstory: the dead of Marcella Pattyn made an end to eight centuries of beguine movement. This fact became world news and the English newspaper ‘The Economist’ published an article about the end of eight centuries of herstory.

Let’s take a look at their roots and Marella as the last beguine…

The beginning…

The beguine movement rooted during the Middle Ages, a period of changes on different levels: church politics were questioned, the first cities rised,… Throughout the west of Europe a new way of living a religious life begun to flow: people wanted to live an apolostic life with ‘care for others’ as a central theme. Many decided, alone or in group, to follow this new path: not to enter a monastery, not to marry but to live a religious life. ‘The third road‘ as life style to work live spiritualitual was rising: the beguines and begghards ware born. To be a beguine had many advantages: to work for own money and to develop end keep an own identity. Because they were excluded from university as women, they installed a new literary genre: to write into the vernacular – a unique women spirituality made her entrance!

P1050242

On papal level their movement was seen negative and threatening to the churches power: the beguines and begghards got the statement of ‘heretics’ and had to disappear. Because of the influence of some clerics, the beguines of the Low Countries could stay: if they would group together*, they would survive. This declaration ment the beginning of the raise of the beguinages or ‘women cities’: thirteen of them are now UNESCO-world heritage.

P1070476

Het begijnhof van Hoogstraten.

Their spirituality, their organisation, wars,… all left their traces on the composition of the movement. Their unique life style as independent women with their own identity nevertheless stayed… for eighthunderd years!

The last one…

Marcella Pattyn, laatste begijn van een 800-jarige beweging van eigenzinnige vrouwen.

Marcella Pattyn, last beguine of a movement of eight centuries of independent women.

Marcella Pattyn (Thysville 1920 – Kortrijk 2013) was born as ‘Marcelle’ in former Belguim Kongo. Because of her blindness, she follows lesson at ‘Institut des Aveugles’ in Brussels. It’s on this school of ‘Sisters of Love’ she feels to want to follow her religious calling. She contact a whole set of manasteries, but it rejected to become a nun bacause of her blindness. Her tremendous sadness disappears as she hears from her aunt about ‘the beguines’: women who lived religious and still could leave the beguinage to work.

Again through her aunts intervention she moved to one of the biggest beguinages: in 1941 she lives in the women city of Sint-Amandsberg. A year later her profession is a fact. After about 20 years she moves to the beguinage of Kortrijk to help develop a catholic society for sick people (KVZ). Her health becomes weaker in 1985 and Marcella decides to leave her position. Eventually she kept knitting little puppets and sold them to tourist to gather money for her organisation. During the last period of her life she recieved care in the nursing home of Saint-Jozef. When she was 90 years old, she was a guest on the Flemish television programme ‘Villa Vanthilt’on 17th of August 2010.

One year later, and 70 years of beguine life, she recieved an hommage of mayor De Clerck. She kept good memories on a visit of Queen Paola in 2002, about the attitude of the major she spoke in negative terms. In her presence her statue was placed on the beguinage right across the Experience Center.

P1040175

Statue of Marcella Pattyn – beguinage of Kortrijk.

On the 14th of April 2013 , ‘Marcelle’ closed the door of a unique piece of 800 years of women vigour

© Debby Van Linden

*read: ‘to institutionalize’

Bronnen/Sources:

Bouckaert, C. (2000). De laatste der begijnen. Uitgeverij Groeninghe, Kortrijk.

artikel/article: ‘Marcella Pattyn‘ in ‘The Economist’ op 27 april 2013.

artikel/article: ‘La ultima beguina, Marcella Pattyn‘ door Sandra Ferrer – blog ‘Mujeres en la historia’- dd. 19 april 2013.

Notities ‘Kortrijkse begijnendag’ kortfilm M. Pattyn, dd. 28 maart 2016. – Notes taken during the short movie about M. Pattyn at her Rememberance Day at the beguinage of Kortrijk, dd. 28th of March 2016.

Hoe gaat het met de ‘Wijze vrouwen?’ – ‘Wise women’, how are they doing?

(in English: see below)

De crowdfundingscampagne voor het boek ‘Wijze vrouwen’ startte een dikke week geleden. Hoe verloopt ondertussen het proces en de donaties?

De campagne bekend maken en uitdragen heeft ervoor gezorgd dat één vierde van het bedrag reeds opgehaald is! De donaties kwamen van alle hoeken van Vlaanderen en zelfs van Italië. Een crowdfunding staat of valt met de mensen die een bijdrage leveren en voluit ‘Ja!’ zeggen tegen de totstandkoming van een boek over de begijnen waarin zij zèlf centraal staan! Hierbij een grote dank aan de donateurs die al hebben bijgedragen: jullie vinden jullie naam, indien vermeld bij de storting, op de website van het boek.

10406410_1146664285352782_3782269948214107194_n

Filmopname voor ‘Wijze vrouwen’: SALTO aan het werk. (foto door Jo Cuenen – met dank)

De crowdfunding geniet ook bredere belangstelling: een artikel op Kerknet met de titel ‘Op zoek naar collectief verleden als vrouw’ verscheen op 15 maart.

2016-03-16 06_58_36-Op zoek naar collectief verleden als vrouw _ Kerknet

We gaan even enthousiast door! U kan deze campagne steunen door ze te delen op facebook, je contacten te informeren en een donatie te doen op de campagnepagina. Geef de begijnen een identiteit!

Elk bedrag, klein of groot, is van harte welkom! Alvast dankjewel!

© Debby Van Linden

 

The campaign called ‘Wise women’ through crowdfunding started about one week ago. So, how is it going?

Spreading the campaign and sharing it has results: a quarter of the total amount is ‘in’ for ‘Wise women’! Donations came from all over Flanders, even from Italy. Now, a crouwdfunding campaign only succeeds if people donate and, by doing that, say ‘Yes!’ to the realisation of the book about the beguines where they, the women, are the central theme. We wish to say ‘thank you‘ to all people who donated already: you can find your name, if filled in on the site, on the website of the book.

10406410_1146664285352782_3782269948214107194_n

Filming for ‘Wise women’: SALTO was shooting. (picture by Jo Cuenen – thank you for providing)

On March 15th the campaign was noted by ‘Kerknet’, the general site providing news around church topics, and they wrote an article about the beguines and the book.

2016-03-16 06_58_36-Op zoek naar collectief verleden als vrouw _ Kerknet

We keep on going with the same spirit! Please, share this campaign on facebook, inform your contacts and make a donation. Give the beguines an identity!

Every amount, small or big, will be welcomed! Thank you in advance!

© Debby Van Linden

Het is zover… Geef de begijnen een identiteit!…. – Finally… give the beguines their identity!

Het is zover! Het wachten is voorbij en uw geduld wordt beloond…

Na weken van hard werken, lanceren we vandaag een crowdfunding voor een boek over de begijnen waarin zij, de vrouwen zélf, centraal staan!

Benieuwd? Bekijk het filmpje hieronder!

Uw steun maakt het verschil! Doe hier uw donatie voor het boek ‘Wijze vrouwen’!

Meer informatie nodig? Ga hier naar deze pagina en kom alles te weten over dit project. U steunt toch ook?

Finally! The wait is over… After a few weeks of hard work, we lance our project: a crowdfunding to make a book about the beguines where they are the central key! It were the women who made the movement and they, in portrait and with biography, are the main theme in the book!

Curious? Watch the clip!

You can make a difference! Donations are welcome here! Thank you very much! Need more information? Click here to find out everything about this project.

‘De geliefde’ in drievoud – ‘The beloved’: three views

(In English: see below)

De begijnenbeweging en haar spiritualiteit laat een gloeiend landschap van 800 jaar geschiedenis zien. Doorheen hun levenskeuze en geschriften neemt ‘liefde’ een centrale plaats in. Over deze ‘liefde’, gebaseerd op de bijbelse liefdestekst ‘het Hooglied’*, zet ik drie visies uiteen.

In hun mystiek-religieuze teksten refereren de wijze vrouwen, genaamd ‘begijnen’ vaak naar ‘de Geliefde’. Deze geliefde wordt onder verschillende benamingen vernoemd en benoemd: elke vrouw gaf op haar eigen wijze woord(en) aan deze geliefde. Hun taal is rijk en divers en leent zich voor verschillende interpretaties. Wie of wat was deze (Ge)liefde waar ze telkens naar refereerden? En zou het wel een ‘hij’ geweest zijn?

Een ‘klassieke’ interpretatie die in vele werken terugkomt, spitst zich toe op ‘de bruiden van christus‘: begijnen zouden een mystiek huwelijk met christus aangaan, hij wordt ‘de Geliefde’ genoemd. De eucharistie vormt hét moment van samenzijn met de gesublimeerde, goddelijke minnaar. Tijdens de laatste periode van de begijnenbeweging wordt dit ‘huwelijk’ ook in een fysiek ritueel gegoten: in bruidskledij legt een vrouw de beloften af tot begijn en wordt vervolgens ‘gekleed en gesteed’. De nadruk ligt op het ‘samen gaan’, het verlangen blijft.

hooglied

Traditionele afbeelding van het Hooglied in de Middeleeuwen – de hoofse liefde als ideaal.

Als we de woorden voor ‘god’ als geliefde in de werken van een aantal (Middeleeuwse) begijnen van naderbij bekijken, krijgen we een ander plaatje: het goddelijke krijgt zowel de namen ‘de Geliefde’ als ‘Lief’ als ‘Liefde’, m.a.w. ‘bruid’, ‘bruidegom’ en ‘liefde’ worden één. Dit lijkt verwarrend, doch wordt duidelijk indien we weten dat in hun geschriften éénwording van de ziel met het goddelijke centraal staat. De ziel als bruid legt een weg af naar de goddelijke bruidegom en smelt tenslotte samen tot ‘liefde’ zelf. Het verschil tussen ‘Lief’, ‘Geliefde’ en ‘het Goddelijke’ wordt hiermee opgeheven en éénwording is een feit. Samensmelting staat centraal, het verlangen verdwijnt uiteindelijk.

freedom

Als derde visie nemen we de geschriften van begijn Hadewijch (specifiek ‘Oerewoet’) bij de hand: ‘minne‘ verwijst bij haar zowel naar een mannelijk als naar een vrouwelijk personage als naar de liefde zelf – zowel naar ‘jonkvrouw’ als naar ‘meester’ als naar ‘de natuur van de liefde’. In plaats van deze ‘minne’ op de net besproken religieus abstracte manieren te bekijken, maak ik plaats voor een derde, verfrissende visie**. Wat als ‘minne’ nu eens de bevrijding uitdrukt waarnaar de vrouw zo hartstochtelijk smachtte en tenslotte, tot haar extase, door haar levenskeuze als begijn bekomt? ‘Oh, gij, lief, geliefde, liefste, mijn beminde vrijheid, …’

© Debby Van Linden

*Het Hooglied of ‘Lied der Liederen’ is een tweespraak tussen geliefden, erotisch en hartstochtelijk geladen – hunkering en liefde staan centraal. De tekst wordt op kerkelijk niveau als de relatie tussen christus en de kerk en tussen de ziel en het goddelijke geïnterpreteerd.

**visie geponeerd door R.M. Wakefield – fragment:

‘Ay ic woede in moede mit spoede
Na tgoede dat ic der minnen volsi
Ay in woet zijn vroet dats spoet
Ja in woet van minnen vri

Bronnen:

Swan, L. The wisdom of the beguines. BleuBridge, 2014.

Wakefield, R.M. The beguine sisters. Canadian Journal of Nederlandic Studies, nummer 3, 1981, pp. 67-70.

The beguine movement and her spirituality show us a marvellous landscape of 800 years of herstory. A central theme in their writings and life choice is ‘love’. Based on the ‘Song of Songs, a love theme from the bible, I wil put three interpretations on the beguines ‘love’ forward.

In their mystic-religious texts the wise women called beguines refer often to ‘th Beloved’. This beloved gets different names and meanings: every beguine claimed her own word use. Their language is full of richness and can be interpretated in different ways. Who or what was this (Be)love(d)? And was it a ‘he’?

A classic view, refered to in many books, lets us know that beguines were called ‘brides of christ‘: in their mystic marriage with christ he became ‘the Beloved’. In the ritual of the eucharist they came together with their sublimated lover. During the last period of the beguine movement this marriage was symbolized: dressed as a bride the women pronounced their promises and became a beguine.

hooglied

Traditional image of the ‘song of Songs’ in the Middele Ages – courtly love as an ideal.

The words the beguines used to express the Divine are divers. The beguines who lived during the Middle Ages show us something, at first sight, confusing: the Divine is named ‘Lover’, ‘the Beloved’ and ‘Love’. How can this be? It gets clear once we know that oneness was the central theme in their spirituality: the soul as lover makes it way to the Divine beloved and becomes Love. The difference between all of them ends as they melt into Love.

freedom

In a third view we take the writings of Hadewijch (specifically ‘Primeval Rage’) in our hands: with ‘minne’ she refers to both a feminime and masculine person and to love itself – ‘maiden’, ‘master’ an ‘the nature of love’. Instead of looking to those words in the abstract ways we did before, I make space for a third refreshing view**. What if ‘minne’ expressed the freedom this woman longs for so desperately and, finally reaching it in her beguine life, brings her to ecstacy? ‘Oh, you, lover, beloved, my freedom, my love…’

© Debby Van Linden

*The ‘Song of Songs’ is a erotic and passionate dialogue between lovers, love and yearning form the key elements. In the christian church this text is seen als the relation between christ and the churh and also between the soul and the Divine.

**interpretation by door R.M. Wakefield of

‘Oh, I rage in my spirit with haste. I pursue the goodness of love saturation.
Oh, to be wise in a rage, that is good;
Yes, it’s good to be free in a rage of love.’

Sources:

Swan, L. The wisdom of the beguines. BleuBridge, 2014.

Wakefield, R.M. The beguine sisters. Canadian Journal of Nederlandic Studies, volume 3, 1981, pp. 67-70.

De gedichten van Hadewijch: sensueel, erotisch of seksueel? – The poetry of Hadewijch: erotic, sensual of sexual?

(In English: scroll down, please.)

Hadewijch: wijze vrouw, schrijfster, mystica,… haar poëzie is onmiskenbaar van het hoogste niveau. Deze poëzie wordt omschreven als ‘hoofse minnemystiek’ en gelabeld met verschillende etiketten: van ‘sensueel’, over ‘erotisch’ tot ‘seksueel’. Deze labels worden vervolgens gebruikt als soortgelijke synoniemen, doch zijn ze dit ook? Deze begrippen en hun betekenis neem ik onder de loep…

hadewijchzwartwit

‘Hadewijch’ aan het werk.

Hadewijchs poëzie centraliseert zich rond de ‘minne’: de goddelijke liefde als bron van verlangen en ultiem te bereiken doel. Dit verlangen leggen we naast de begrippen die aan haar schrijven worden gekoppeld.

Een eerste begrip vormt ‘zinnelijkheid‘: dit definieert zich als ‘door middel van de zintuigen’. Hadewijch geeft duidelijk weer te kijken, te proefen en te ruiken. Bovenal verheft ze dit begrip door haar innerlijke zintuigen te gebruiken, datgene wat ze van binnenuit ziet en gewaarwordt.

De gevoeligheid of kwaliteit van de zintuigen wordt samengevat onder het woord ‘sensualiteit‘. Hadewijchs zintuiglijke ervaringen zijn duidelijk niet van oppervlakkige aard, diepgang is haar op het lijf geschreven.

Het daaropvolgend begrip ‘erotiek‘ als ‘een verlangen dat wordt gekoesterd en groter gemaakt wordt en hierdoor de wereld vormgevende en betekenis verlenende’ is wel hét begrip dat volledig bij haar schrijven past. Naar de minne wordt er door haar verlangd, gesmacht én het bepaald haar hoogste goed en anker op haar levensweg.

Extase‘ is eveneens van toepassing tijdens het jubileren (= juichen, in extase zingen) met haar vriendinnen. Deze toestand van verrukking, van lichamelijk en geestelijk enthousiasme doet zich ook voor als gevolg van die momenten van ontmoeting met de minne. Hadewijch waarschuwt haar vriendinnen wel om deze momenten van extase, met het risico van gevaar voor zichzelf, in evenwicht te brengen.

Zijn haar geschriften seksueel? In de Middeleeuwse context alvast niet: deze tijdsperiode kenmerkt zich door het onderscheid tussen ‘hoofse liefde’ als hét summum en ‘seksualiteit’ als de mindere in rang: deze eerste uit zich door bewonderende en verheffende lofzangen waarbij er niet gestreefd wordt naar ‘bezitten’. Seksualiteit in de strikte zin van het woord definieert zich als ‘het opbouwen van lichamelijke spanningen en het opheffen ervan (ontspanning); stimulans en respons worden afgewisseld.’ Deze woorden hanterend, zijn haar geschriften niet seksueel. Hadewijch verlangt naar de minne, smacht ernaar, doch ervaart geen seksualiteit hierin.

Op één hoop gegooid

Hoe komt het dan toch dat deze termen als gelijksoortig worden gebruikt? Ons denken over liefde is gebaseerd op een ander ideaal dan dat van de Middeleeuwen. Toen was een huwelijk een zakelijke transactie die tot doel had grondbezit en rijkdom te behouden en eventueel uit te breiden. Verkrachting van de vrouw binnen het huwelijk* als middel en talloze geboorten, met de hoop dat op zijn minst een zoon als erfgenaam zou overleven, was het doel van deze overeenkomt. De vrouw werd als bezit aanzien. Onze tijdsperiode kenmerkt zich door het ‘romantisch ideaal’: we worden verliefd op iemand, de man maakt de vrouw ‘het hof’ en ‘uit liefde’ trouwen we en stichten we een gezin. Het is net in die verbinding tussen ‘hofmakerij’ en ‘huwelijk’ dat we de voorgaand besproken termen tegenkomen: waar er bij de hofmakerij ‘verlangen’, ‘sensualiteit’ en vooral ‘erotiek’ aanwezig is, worden deze elementen gekoppeld aan ‘seksualiteit’ als ‘ultieme daad van liefde’. De begrippen worden hiermee op één hoop gegooid en ‘liefde’ wordt gereduceerd tot het zich toeleggen op die ene, speciale partner. Het denken in deze begrippen als gelijksoortig vertoont zich ook in het kijken naar Hadewijchs oeuvre: ‘sensualiteit’ wordt gelijkgesteld met ‘erotisch’, terwijl haar woorden én sensueel én erotisch zijn, doch niet seksueel.

Terug naar een breder perspectief van ‘liefde’ 

verlangen

‘Liefde’ heeft echter een wijde dimensie en vele gezichten: een passionele liefde voor een hobby, een extase belevende bij het beluisteren van bepaalde muziek of een diepe liefde koesteren voor een vriendin of vriend, een sensualiteit belevende bij het ruiken en proeven van je favoriete maaltijd, erotisch thuiskomen in de stilte van je eigen, innerlijke tempel,… In al deze vormen van ‘liefde’ zit ‘wachten’ en ‘verlangen’ vervat.

Hadewijch had het begrepen: het verlangen, ook al duurt het wachten soms pijnlijk lang, is in haar volle betekenis de mooiste periode…

© Debby Van Linden

*eufemistisch ‘echtelijke plicht’ genoemd in de literatuur

Bronnen:

Fraeters, V. en Willaert, F. Liederen. Historische Uitgeverij, 2009, Groningen.

Milhaven, J.G. Hadewijch and her sisters: other ways of loving and knowing. State University of New York Press, 1993.

Fasteau, M.F. De mannenmolen. A.W. Bruna & Zoon Utrecht/Antwerpen, 1972.

Hadewijch: wise woman, writer, mystic,… her poetry reaches, without doubt, the highest levels. This poetry is oftern described as ‘courtly’ and ‘mystical’. Other labels are ‘sensual’, ‘erotic’ and ‘sexual’. Often these categories are used as synonyms  but are they really the same? These labels and their meanings are placed in perspective and compared to her writings.

hadewijchzwartwit

‘Hadewijch’ working on her poems.

The writings of Hadewijch centers around what she calls ‘minne’: this source of her desire and is also her ultimate goal. This desire of ‘minne’ will be placed next to the other labels that are often put on her work.

A first word to define is called ‘sensuality‘. This refers to ‘the quality or sensitivity of the senses’. Hadewijchs experiences are not cursory, immersion is what she breathes. She takes ‘sensualitity’ to the next level by using her inner senses and writes about those experiences.

Erotism‘ as the next noun is defined as ‘a desire that is indulged and made bigger and by this the world defining and giving meaning’. Now, this is the word that fits her writing completely: it is for ‘minne’ she longs, aches and it is her highest goal and anchor on her life road.

Extacy‘ is furthermore applicable too: this state of delight, of bodily and mental enthousiasm follows the encounters with ‘minne’ and is present when Hadewijch and her female friends jubilate together. Now, she also warns her sisters of keeping balance in this jubilating.

Are her writings sexual? Looking through the perspective of the Middle Ages, we say ‘no’: in this periode there was a distinction between ‘courtly love’ as the highest love and sexuality as the lowest one. Courtly love was featured by admiring paeans whithout any aspirations to possess a woman. Sexuality defines itself strictly as ‘building up bodily tensions and to release that tensions, stimulus and respons are varied’. Taking this explanations, we can conclude that Hadewijchs writings are not sexual.

Everything on one pile…

So, how come all these terms are used as as almost synonyms? Our cultural thinking is based on other ideals compared to the Middle Ages. Back then marriage was a business transaction with a strict purpose: keeping wealth and property and eventually gaining more of that. As a son would inherit all of this, raping* the wife and many births – hoping at least one boy would survive – was a cruel practice on a woman, viewed as personal property of her husband.

Our cultural thinking today is based on ‘the romantic ideal’: we fall in love with someone, it’s the man who ‘wins’ the woman by courtly conduct, we marry and start a family. In the connection between ‘courtship’ and ‘marriage’ we meet the above discussed words:  in courtship there’s ‘longing for’, ‘sensuality’ and ‘eroticism’ present and these elements are connected to ‘sexuality’ and ‘children’ as ‘the ultimate prove of love’. All the terms are put together and ‘love’ is reduced onto this one, special partner.

 Back to a broader perspective on ‘love’ 

verlangen

‘Love’ has a wide dimension and many faces: a passionate love for a hobby, feeling extactic listening to specific music or sensing a deep love for a friend, the sensual taste of smelling and tasting your favorite meal, coming home into yourself as an erotic moment,… In all those forms of ‘love’ we can see ‘longing’ and ‘waiting’ as components.

Hadewijch got it: longing for something, knowing waiting can be painfully long, is in full sense the most beautiful period…

© Debby Van Linden

 *euphemistic called ‘marital duty’ in literature

De laatste queestehalte: Tienen

De avond voor het laatste ‘begijnenweekend’ merkte ik een onrust in me op: Tienen werd de laatste queestehalte- het was dus bijna ‘gedaan’, erna zou ik terugkeren naar de plaats waar het een tijd terug begonnen was: Mechelen. Ik kon me met de beste wil van de wereld niet voorstellen mijn queeste te klasseren met ‘wel, dat was mooi en dan nu iets anders!‘. Daarvoor was deze tocht een te belangrijk keerpunt op alle vlakken in mijn leven (geweest). Ik besloot mijn vraagtekens te laten bestaan en de dag zelf ruimte tot antwoorden te geven…

In Tienen wandelde ik de poort van de restanten van de begijnhofkerk binnen*.

tienenikke

Ondanks de weinige overblijfselen was de structuur van de kerk nog duidelijk zichtbaar. Alhoewel ruïnes mij niet snel kunnen bekoren, voelde ik mij op deze plek thuis.Teienenbinnen2Na een tijd de verschillende hoeken en overblijfselen verkend te hebben, vroeg ik mijn queestevriend mij een paar minuten alleen te laten op deze plek.

P1060473

In de volstrekte stilte van dat moment volgde ik blindelings mijn intuïtie: ik stapte het altaar op en gaf gehoor aan ‘vanbinnen’… het einde van een lange en intense tocht kwam samen met een stil moment in kairostijd: ik had oude ideëen losgelaten, wortels gekregen en herstorisch erfgoed ontdekt. Ik stapte een nieuwe vrouwenfase in, behorende tot een nieuwe groep – vanuit verbinding sloot deze queeste zich om een nieuwe poort te laten opengaan. Ik wist dat ik verder moest gaan…  al had ik geen idee wat ‘verder’ dan inhield, ik zei ‘ja‘, met de overgave die ik had leren kennen als vertrouwen en leiding.

De terugweg voltrok zich in een serene, volle stilte met betekenis: één die woorden te boven ging…

© Debby Van Linden

*De begijnhofkerkruïne is het enige overblijfsel van het begijnhof. Hierover meer in het volgende blogstuk.

Over de helft…

Terwijl ik mijn spullen inpakte voor een driedaagse richting Limburgse hoven, viel mijn blik op mijn begijnhovenreisgidsje: de hoven overlopende, besefte ik plots ‘over de helft’ te zijn! Van de 25 hoven in Vlaanderen, waren er nog een zestal te gaan plus nog een reis naar Nederland om het begijnenerfgoed in Breda en Amsterdam te ontdekken. Ik bleef me verwonderen over het keerpunt in mijn leven dat deze zoektocht inhield. En toch…

hildegard

Op de één of andere manier voelde ik dat er ‘iets’ ontbrak… hier was het weer, ‘iets’,… zo startte ooit deze queeste. Nu maakte dat gevoel zich heel snel kenbaar: ‘Ik wil ook naar Duitsland, het klooster van Hildegard bezoeken!‘ Sinds het bezoek aan het eerste begijnhof, had ik het boek over Hildegard von Bingen in handen gekregen en had het mij een aantal inzichten bijgebracht.

Zij maakte deel uit van mijn zoeken naar Herstory, dus een bezoek was op haar plaats. Een vraag aan mijn queestevriend en een paar mails aan de abdij later lag alles vast: binnenkort volgde er nog een extra tripje richting Rudesheim! Mijn gevoel zei volmondig ‘Yes!‘.

© Debby Van Linden

De vrouwen van Diest…

Op weg naar Diest, ebde de ontdekking van de vorige dag nog na: ik merkte een zekere rust in mezelf, het ‘vinden’ van Maria gaf me een het begin van een religieus, vrouwelijk erf-goed, een grond waarin ik kon wortelen, een band met mijn voormoeders. Tegelijkertijd wilde ik ‘meer’: meer weten, meer ontdekken!

Diestpoort

Langs de omwalling van het begijnhof wandelden we de toegangspoort tegemoet: ‘Wauw, wat een monument!’ was mijn gedachte terwijl ik ze in mij opnam. Nieuwgierig wandelde ik het begijnenstadje binnen…

P1050592

Aan de linkerkant merkte ik de kerk op, spijtig genoeg was er geen mogelijkheid deze te bezoeken vanwege restauratiewerken. Rustig verder stappende, merkte ik een groep beelden op die me onmiddellijk aanspraken. Iets in me wilde dichter bij de beelden komen, ertussen gaan staan, er deel van uitmaken, doch de omheining was onverbiddellijk: ‘neen!’ Zo goed als kon, probeerde ik de twee begijnen die me het meest aanspraken, vast te leggen. De doorgegeven bezieling van de wijze, oudere vrouw naar haar jongere zuster vond ik ontroerend.

foto door Geert de Brabander

foto door Geert de Brabander (met toestemming overgenomen)

Vol van dit moment, verkende ik de straten van het hof: alhoewel de huizen, conventen en kasseien hun verhaal vertelden, mistte ik ook hier beslotenheid en intimiteit, bezieling, een uitgedragen erfgoed.

P1050567

P1050569

Terugwandelende langs de Vestenstraat, viel me de aanwezigheid van een aantal kapelletjes op. Eén stak er voor mij bovenuit: zo had ik Maria nog nooit afgebeeld gezien: de sterren rondom haar, haar hoofd zijwaarts gericht… ‘Mater dolorosa’ stond onder haar beeltenis gegraveerd. Ik nam deze woorden mee naar huis… en nam daar de gelijkenis tussen het beeld en de boekkaft van ‘Untie the strong woman’* van Clarissa P. Estés waar: de tijd was gekomen, na de puur intuïtieve aanschaf ervan enkele maanden geleden, om hierin te beginnen…

untiethestrondwoman

Het goddellijk vrouwelijke openbaarde zich pagina na pagina met de woorden ‘de heilige Moeder is een poort‘…

* De titel ‘Untie the strong woman’ werd voor de Nederlandse versie vertaald als ‘De kracht van de ongebonden vrouw’, een bewoording die, naar mijn mening, niet de lading dekt qua inhoud.

© Debby Van Linden

Doorheen de mist: thuiskomen bij Maria (2)*

Na ongeveer anderhalf uur film kijken, drukte ik op de pauzeknop en uitte mijn wanhoop tegen mijn queestevriend: ‘Wat heeft nu het opgroeien van Morgaine en Arthur plus nog wat oorlogen te maken met Maria? En dan die evenwichtsoefening tussen die volkeren en hun religie, waarom? En dan dat gedoe om een zoon te krijgen? Ik snap er niks van!‘ Met een zucht verwenste ik mijn vraagtekens naar de maan.

morgaine

We besloten de film uit te kijken ‘gewoon om het einde te weten’. Half versuft aanschouwde ik het vervolg: nog meer intriges, machtsspelletjes en oorlogsgeweld volgde.

Bij het laatste fragment schoot ik wakker, de rillingen liepen over mijn rug: ik zag een aantal vrouwen het weesgegroet tot een omgevormd Mariabeeld bidden en hoorde ‘… toen besefte ik dat de Godin overleefde, ze werd niet vernietigd, wel had ze een andere vorm aangenomen en misschien zal ze in de toekomst teruggebracht worden, net zoals wij ze kenden…‘. Als verstomd staarde ik naar het scherm. In de stilte van dat ogenblik vielen een aantal puzzelstukken op haar plaats: nu ik het einde wist, begreep ik het gevecht tussen de twee religies; tegelijkertijd realiseerde ik me dat de voorchristelijke culturen het vrouwelijk goddellijke op een andere manier eerden en vele gebruiken zijn overgenomen geweest, dat de vrouw ooit de centrale, scheppende figuur was… God werd ooit als vrouw aanbeden! ‘Aha! Daarom zeggen we ‘Moeder Natuur’ en ‘Moeder Aarde’!’ schoot me te binnen.

Tienduizend gedachten en plannen dwarrelden door mijn hoofd (‘het vrouwelijk goddellijke in culturen gaan doorgronden’, ‘de symbolen van Maria uitpluizen’, ‘de Keltische feestdagen opzoeken’,…). Terwijl mijn hersenen overuren maakten, ervaarde ik een diep gevoel van ‘thuiskomen’, deze keer geen begijnhofpoort die ik binnenstapte, wel een innerlijke poort van (h)erkenning die zich opende en die me welkom heette na een lange, lange tijd van zoeken en rondzwerven…

Ik was thuisgekomen bij Maria, de Grote Moeder… ‘it chilled my soul’.

* Met dit blogstukje wens ik hart-elijk ‘Dank u wel!’ te zeggen aan de vrouw die me op het de DVD en het boek van Laurie Cabot gaf. Met deze ervaring besefte ik de kracht van ‘voeding’ en ‘zorg’ van vrouw(en)-tot-vrouw(en): het gezond, warm en zielsnoodzakelijk ondersteunen van elkaar.

© Debby Van Linden