Beltane – Meifeest*

Awaken,

flourish,

creative and joyfull,

as She does…

beltane-fountain

* Beltane wordt gekenmerkt door het vieren van de vruchtbaarheid van Moeder Aarde en kondigt het begin van de zomer aan. Het beeld van Moeder Natuur als sensuele, vruchtbare en bloeiende vrouw/Godin, daar kon het (latere) christendom niet mee overweg. Zij hebben getracht dit feest om te buigen tot verering van Maria als Heilige Maagd, vandaar de ons bekende ‘meimaand, Mariamaand’.

Torenhoge huizen in Amsterdam…

Waar Breda een rustige, gezellige stad was, ademde Amsterdam drukte en grootsheid uit. De poort langs de Begijnensteeg ingaande, volgde een tweede poort langs de Gedempte begijnengracht, waarna het hof zich openbaarde.

adamikke

Het begijnhof kwam me anders dan alle andere hoven over: torenhoge huizen met een centraal plein (dat deels niet toegankelijk is voor bezoekers).

adamwittehekjes

Naast de rust en stilte op het binnenplein en in de kapel, mistte ik de specifieke begijnenspirit. Ik merkte geen connectie met het hof te hebben en wilde dit ook niet forceren: ik had ondertussen geleerd ‘als het er niet is, is het er niet.’Op het informatiebord aan de ingang vond ik geen spoor terug van de onafhankelijke en intelligente vrouwen die zij destijds waren.

P1060402

Ook het klassieke beeld van de begijn met het monialenhabijt kwam hier letterlijk en figuurlijk terug. Ik besloot het hof langs de andere kant te verkennen en vond een beeld dat voor mij wél vrouwenkracht uitdroeg: de mantelheilige Sint-Ursula, hangende boven de ingangsdeur langs de stadskant.

P1060412

Ursula deed me sterk denken aan Begga, beschermvrouwe van de begijnen en begaarden: een soort oermoeder die waakt over haar kinderen, met haar sterrenmantel als beschermend omhulsel.

Op terugweg naar huis, terwijl de moeheid van een weekend Nederland zich over mijn ogen neervleidde, besefte ik nog net dat het einde van ‘de queeste’ in zicht kwam: drie vrouwenstadjes restten me nog…

© Debby Van Linden

Herstorisch erfgoed…

Tijdens mijn queeste langs de begijnhoven van Vlaanderen en Nederland, verbreedde en verdiepte mijn interesse zich: ik wilde mijn honger naar geschiedenis van en over sterke vrouwen verder voeden, besefte dat erf-goed ook ons lichaam betrof, dat het goddellijk vrouwelijke zoveel meer inhield indien ik buiten mijn eigen cultuur keek,… kortom, de term ‘erfgoed kreeg een andere betekenis.

Erfgoed als vrouw: van meisje naar moeder naar wijze vrouw.

Ons erf-goed als vrouw: van meisje naar moeder naar wijze vrouw – psychisch, lichamelijk, symbolisch, maandelijks.

Na even mijn opzoekwerk te hebben laten sudderen besloot ik een tweede blog te construeren waarin ik bovengenoemde herstorische thema’s aan bod laat komen. Het resultaat ervan tref je hier, eveneens kan je volgen via de facebookpagina.

Komende zondag, 26 april, gaat Erfgoeddag door. Vrouwenkracht komt aan bod bij de Liberale Vrouwen -‘Mijn feministisch erfgoed’ te Brussel -en op het Anderlechtse begijnhof.

Herstorisch Breda: steeds adellijk beschermd

In de 13e eeuw schonk Henricus V van Schoten, Heer van Breda, de begijnen het stuk grond waarop zij zich reeds hadden gevestigd in de nabijheid van de oude burcht van Jan Van Polanen. Enkele jaren later gaf de bisschop van Luik het ‘jawoord’ tot het construeren van een kerk, gewijd aan Catharina van Alexandrië. Het huwelijk tussen Johanna van Polanen, erfdochter van Breda, en de Graaf van Nassau zorgde voor het adellijk voortbestaan van deze families, doch was onrechtstreeks ook voor de begijnen belangrijk. Bij plannen tot uitbreiding van het kasteel Van Polanen, waar Johanna resideerde, stond het begijnhof in de weg. De begijnen werd, na onderhandelingen, een nieuw stuk grond meer oostelijk geschonken, aan de Wendulinuskapel, (de huidige locatie van het hof) en er werd door de adellijke familie officiële bescherming, nu en in de toekomst, gegarandeerd.

Johanna van Polanen - beschermster van de begijnen en hun hof.

Johanna van Polanen – beschermster van de begijnen en hun hof.

Het geheel werd in een charter in 1531 vastgelegd. Deze bescherming werd ook tijdens de woelige jaren van de 80-jarige oorlog in de 16e eeuw nagekomen door toenmalig gezaghebber prins Mauritz. In de 17e eeuw zal de Vrede van Munster roet in het eten gooien: door het verbod op katholieke kerken werd de begijnhofkerk aan de gereformeerden overgedragen.

Toegangspoort via de Catharinastraat.

Toegangspoort via de Catharinastraat.

Een tijd later werd de toegang van het hof (verbindingsplaats tussen het begijnhof en de Waalse kerk – de ‘noodkerk’ voor de begijnen) dichtgemetseld, waardoor de gereformeerden de vrouwenstad niet in konden om hun kerk te bereiken en de begijnen zo beschermd waren. Een nieuwe toegangspoort werd geconstrueerd aan de Catharinastraat. Vanaf diezelfde eeuw stellen de begijnen ook een pastoor aan in hun hof.

P1060339P1060359De 19e eeuw staat in het teken van uitbreiding: een nieuwe kerk word ingehuldigd en het hof krijgt een gedeelte bijgebouwd.

Het 'nieuwe' hofgedeelte.

Het ‘nieuwe’ hofgedeelte.

De 20e eeuw zorgde voor het gestaag verminderen van het aantal begijnen tot de laatste, Cornelia Catharina Frijters genaamd, overleed in 1990. Een veertigtal jaren geleden onderging het hof een volledige restauratie en werd in huis nummer 29 een klein begijnhofmuseum ingericht, opgedragen aan de Bredase begijnen. Momenteel wonen er alleenstaande dames, de begijnentraditie zo deels in stand houdende. Het huis van Oranje-Nassau blijft de bescherming van het hof garanderen en zet dit ook om in regelmatige bezoeken.

Beeld 'Begijnen' (1971) door H. Bayens werd gemaakt ter oorkonde aan de Bredase begijnen en speciefie aan de laatste begijn op het hof, juffrouw Frijters.

Beeld ‘Begijnen’ (1971) door H. Bayens werd gemaakt ter oorkonde aan de Bredase begijnen en specifiek aan de laatste begijn op het hof, juffrouw Frijters.

P1060306

Het begijnhof is een parel met kruidentuin, begijnhofkerk, pastorie, museum en duidelijk overzichtsplan.

© Debby Van Linden

Bronnen:
Folder ‘The Beguinage of Breda’ verkregen in het begijnhofmuseum. en 
http://www.begijnhofbreda.nl

Begijnhoofse lente in Brugge…

In de hoop de toeristenstroom voor te zijn, treinde ik in de vroegte naar het Brugse begijnhof. De poort door, een paar stappen en… één en al begijnhoofse lente! Een ontelbaar aantal narcissen kwam me tegemoet, het hof onderdompelende in een bad van frisse geelschakeringen.

P1070073

Na een wandeling door het begijnhof, sloop ik de kerk binnen: tijd voor een moment van innerlijke rust bij het beeld van -na studie van haar symbolen en vervormingen- Maria Magdalena* aan het zijportaal.

P1070084

Naar de uitgang wandelende, nam ik alle elementen met me mee: de aanblik van het narcissenveld, de verfrissende regenbuitjes die de populierenvruchtengeur verspreidde en het stiltemoment in de kerk. En ik weet, elke voorjaar zijn de ‘paasbloemen’ op dit hof er weer, en telkens net iets anders omdat ik ‘anders’ zal zijn…

© Debby Van Linden

*Een aantal schilderijen en beelden van Maria Magdalena zijn ‘aangepast’ tot Maria-(af)beel(ding)en. Toch zijn bepaalde symbolen overgebleven en/of nog zichtbaar. Meer info: zie D. Van Dijk (2012). Maria Magdalena, vrouw naast jezus. Een zoektocht naar het verborgen christendom.Uitgeverij Christofoor, Zeist.

Breda: beklijvend mooi!

Heel veel plaatsen bij onze noorderburen waren me onbekend, zo ook Breda. De stad kwam me gezellig over: kleine straatjes, theehuizen, boekenwinkels om in te gaan snuisteren en de vele, typisch Hollandse fietsen. Na een korte stadsverkenning, keek ik uit naar het begijnhof: via de Catharinastraat stapte ik het tegemoet…

bredapoort

P1060329

De poort onderdoorgaande kwam een mooi, verzorgd en ‘echt‘ begijnhof me tegemoet: een besloten, rustige tuin met huizen errond en een informatieve plattegrond bij binnenkomst.

P1060314

Terwijl ik het hof rondwandelde, bleef ik even staan bij deze beelden: deze pratende begijnen stelden de twee laatste oorspronkelijke bewoonsters van deze vrouwenstad voor*. De weldoenster van het hof, Johanna van Polanen, kwam op het tweede gedeelte piepen.

P1060334

Vervolgens dook ik het museum binnen. Alhoewel de informatieve kant aanwezig was, mistte ik hier de authentieke begijnenspirit: waar was het beeld van de eerste begijnen vooraleer ze onder kerkelijk gezag kwamen? Het museum doorlopende viel me een portret op van een vrouw: het raakte me, alhoewel ik geen idee had waarom, het nergens aan kon vastknopen…

P1060280

Een tweede maal het hof verkennende, viel me op hoeveel zorg en spirit hier qua restauratie en onderhoud aanwezig was: ik voelde me ergens ‘thuis’ in deze vrouwenstad.

P1060359

Bij valavond werd de kerk geopend voor een misviering: net voor de meeste mensen toekwamen maakten we van de gelegenheid gebruik de prachtige Catharinakerk van binnenuit te aanschouwen. Zowel binnen als buiten vond ik ‘herkenning’: hier was ze weer, Maria! Na verder studiewerk naar de haar omringende symbolen, kon ik de moedergodinelementen (o.a. de maan) herkennen en tevens de vervormingen van haar oorspronkelijke beeltenis (het vertrappelen van de slang).

P1060297

P1060306

Bij de toegangspoort wierp ik het hof een laatste blik toe met de gedachte ‘ik wil ook hier terugkomen!’

© Debby Van Linden

*Meer hierover in het volgende blogstukje ‘Herstorisch Breda’.

Begijnendag, met Marcella voorop!

Afgelopen Paasmaandag woonde ik de ‘begijnendag’ te Kortrijk bij: het overlijden van Marcella Pattyn, de laatste begijn, en de straffe madammen met hun 800-jarige geschiedenis worden hier sinds haar overlijden in 2013 jaarlijks ‘herrijzend’ herdacht. Juffrouw Pattyn was de laatste vrouw die deel uitmaakte van een beweging van vrouwen die, van de twaalfde tot de twintigste eeuw, een unieke, eigenwijze weg bewandelden: geen huwelijk en geen moniale worden, wel een vrije, economisch onafhankelijke vrouw blijven met eigenzinnige kijk op spiritualiteit en religie – tot grote angst, ergernis en frustratie van vele mannelijke clerici omtrent deze ‘ketterse vrouwen’!

Marcella Pattyn deed haar intrede in het begijnhof van Sint-Amandsberg op 21-jarige leeftijd, om een twintigtal jaren later naar het Sint-Elisabethbegijnhof te Kortrijk te verhuizen ter medestichting van de KVZ, een vereniging die ziekenzorg zou gaan verlenen. Haar muzikale en schrijvende kwaliteiten kon ze hier tot uiting brengen ondanks haar blindheid. In het Sint-Jozefse rusthuis bracht zij haar laatste, zorgbehoevende levensjaren door. Haar overlijden was wereldnieuws: het einde van haar bestaan en tegelijktijd het ophouden van een eeuwenoude traditie verscheen zelfs uitgebreid in het hoog aangeschreven Britse blad ‘The Economist’ – deze eer is geen enkele andere Vlaming te beurt gevallen!

Marcella Pattyn, laatste begijn van een 800-jarige beweging van eigenzinnige vrouwen.

Marcella Pattyn, laatste begijn van een 800-jarige beweging van eigenzinnige vrouwen.

De begijnendag bestond uit een korte introductie van een aantal Kortrijkse begijnen, waaronder Marcella, en een herdenkingsmis gevolgd door een concert van de eigen-wijze harpiste Andrea Voets.

P1070069

Andrea’s harpkunsten waren zonder twijfel bezielend, ik heb intens genoten van de verscheidenheid in de gebrachte stukken en de gepaste achtergrondinformatie: deze jonge vrouw levert kwaliteit! Hierbij geef ik ook een pluim aan de organisator(en) van deze dag: alles in elkaar boksen is geen evidente opdracht.

Toch bekroop me op deze ‘begijnendag’ ook een groot gevoel van teleurstelling en gemis: in ons Vlaanderen hebben de begijnen acht eeuwen lang vorm gegeven aan een uniek stuk vrouwengeschiedenis, met 13 door de UNESCO erkende begijnhoven als werelderfgoed. Hun sinds de Middeleeuwen ontstane geschiedenis, spiritualiteit, geschriften, ‘stadjes in de stad’-functioneren, economische en politieke activiteiten,… verdienen een dag gevuld met lezingen, muzikale omlijsting, gidswandelingen, belevingsmomenten,… kortweg: ‘Begijnendag’ als erfgoed! Waar blijft de jaarlijkse, speciale aandacht voor en het in grote getale -over alle hoven heen- uitdragen van dit uniek en vooruitstrevend stuk geschiedenis?

© Debby Van Linden

Bronnen:

Eigen notities misviering M. Pattyn: 07/04/2015.

Marcella Pattyn deed het licht uit‘ door R. baron Stouthousen, p.2-3; in Begijnhofkrant, winter 2013 door de Vrienden van het Begijnhof Turnhout vzw.

Hildegard: bezield tot op het bot!

Hildegard van Bingen (1098-1179) was kortweg een vrouw om ‘u’ tegen te zeggen: haar bezieling en bijdragen op het gebied van muziek, kruidengeneeskunde, wetenschap, taalkunde, religie en spiritualiteit zijn onmiskenbaar groot.

Op haar achtste werd zij door haar adellijke ouders overgebracht naar het mannenklooster te Disibodenberg, waar ze onder de hoede van Jutta von Sponheim werd opgenomen in de kluis. In het begin deelde Hildegard deze ruimte met nog een ander meisje van haar leeftijd en Jutta zelf. Door nog een aantal intredingen van meisjes werd de kleine afdeling een volwaardig vrouwenklooster. Na Jutta’s dood kozen de zusters voor Hildegard als overste.

1141 was het jaar dat Hildegard verklaarde een visioen te hebben gehad met de opdracht de verkregen wijsheid neer te schrijven. Daaruit volgde haar eerste boek Scivias (‘Ken de wegen’). Met twijfels omtrent haar goddellijke opdracht klopte ze aan bij Bernard van Clairvaux, een invloedrijk mysticus en tijdsgenoot. Hij steunde haar en zorgde ervoor dat haar schrijven bekend werd. Een nieuwe kloosterlinge, Richardis genaamd, meldde zich aan en werd voor Hildegard een dochterfiguur. Door Hildegards faam groeide de vrouwenafdeling van het klooster, waardoor ze het plan opvatte een nieuw klooster te stichten op de Rupersberg (bij het stadje Bingen). De abt liet haar echter niet gaan, waardoor Hildegard beroep deed op haar netwerk: de gravin Von Stade (moeder van Richardis) en de aartsbisschop van Mainz zorgden ervoor dat ze een tijd later toch kon vertrekken uit het haar vertrouwde klooster, samen met haar secretaris en priester Volmar.

Hildegard (midden) met links haar secretaris Volmar en rechts har hartsvriendin Richardis.

Hildegard (midden) met links haar secretaris Volmar en rechts haar hartsvriendin Richardis.

Hildegard was niet op haar mond gevallen: ze schreef brieven naar de machtshebbers van haar tijd (o.a. paus Innocentius III) waarin ze gratuit haar mening naar voren bracht. Qua bouwwerken hield Hildegard het niet bij één klooster: in Eibingen (nabij Rudesheim) rees in 1165 haar tweede klooster uit de grond. Haar vertrouweling en secretaris Volmar overleed enkele jaren nadien. Vervolgens namen de monniken Godfried en Wibert het van hem over. Niet lang voor haar overlijden maakte Hildegard nog een aantal predikreizen, vaak op vraag van abten.

Alhoewel haar leven als een treinreis van jubelmomenten leest, kreeg zij vele malen te maken met conflicten en (kerkelijke) beslissingen die haar meermaals innerlijk verscheurden: bijvoorbeeld het opgelegde vertrek van Richardis, haar hartsvriendin, om een abtsfunctie in een ander klooster op te nemen, maakte haar furieus en een tijdlang ontroostbaar.

Hildegard was, enigzins als ‘understatement’ bedoeld, een ‘bezige bij’:

  • zij heeft vijf boeken op haar naam staan: Scivias (1141-1151), Physica (1151-1158), Causae e Curae (1151-1158) , Liber Vitae Meritorum (1158-1173) en Liber Divinorum (1163-1173)
  • zij schreef, als eerste componiste uit de klassieke muziek, het mysteriespel ‘Ordo Virtutum’ en een 70-tal andere gezangen
  • in haar boeken brengt zij het vrouwelijk godellijke tot uiting onder de bewoording ‘Wijsheid’ (ook wel ‘Sophia’ genoemd) en in haar miniaturen bijvoorbeeld onder ‘het wereld-al’ en ‘de vrouw van de berg’
  • Hildegard schreef op positieve wijze over sexualiteit en dan specifiek over het vrouwelijk orgasme -haar woorden zijn waarschijnlijk de vroegste beschrijving hiervan: ‘“Als een vrouw de liefde bedrijft met een man, voelt ze de warmte tot in haar brein, het brengt een zinnelijke verrukking teweeg…”* 

Onder de naam ‘Vision’ bracht Margaretha von Trotta, ‘la grande dame’ van de Duitse cinema, een verfilming van Hildegards leven uit. In 2012 werd ze door de katholieke kerk heilig verklaard. In Duitsland is de abdijruïne van Disibodenberg, haar relikwisieten in de kerk van Eibingen en een museum in Bingen zelf te bezoeken als nagedachtenis aan deze opmerkelijk talentvolle vrouw. De spirit van Hildegard wordt hedendaags verder uitgedragen door de vrouwen van het Hildegardklooster.

*Hildegard verkreeg deze kennis via gesprekken met (zwangere) vrouwen op de infirmerie van het klooster. Haar beschrijvingen sluiten voortreffelijk aan bij wetenschappelijke studies naar het effect van sexuele beleving op de hersenen en komt tevens overeen met principes van de Oosterse tantraleer.

© Debby Van Linden

Bron:
Pot, M. (2009) Hildegards Godin: de wilde en wijze vrouw in ons. Standaard Uitgeverij, Antwerpen.
Wolf, N. (2012) Vagina. Virago, Londen.