F.A.Q.

Doorheen mijn queeste groeide en verdiepte mijn interesse in de begijnen, hun leven en de hoven. In gesprek over mijn nieuwe passie, merkte ik een aantal wederkerende ‘basisvragen’ op die ik hier, met antwoord, een plaats wil geven.

Wie zijn die begijnen?

Begijnen zijn ‘straffe madammen’ die in de Middeleeuwen een revolutionair pad bewandelden: zij kozen niet voor een huwelijk of een leven als kloosterlinge (de toen enige opties voor vrouwen), maar besloten zelfstandig te blijven en hun eigen kost te verdienen. Op geloofsvlak keerden zij zich af van de toen heersende opvattingen en politiek en besloten de ‘oorspronkelijke’ christelijke waarden (eenvoud, armoede, mensgerichtheid) als levenswijze aan te nemen.

H. Begga: symbolisch de begijnen en begaarden beschermend

H. Begga: symbolisch de begijnen en begaarden beschermend

Bestonden er ook mannelijke begijnen?

Ja, mannelijke begijnen werden ‘begaarden’ of ook wel ‘bogaarden’ genoemd. In tegenstelling tot de begijnen, was hun bestaan van korte duur. In de veertiende eeuw worden ze, op pauselijk bevel, door keizerlijke troepen achtervolgd en opgepakt wegens ‘ketterij’. Om te kunnen ontsnappen aan deze maatregel, traden veel begaarden in bij een kloosterorde, zoals de Alexianen of Franciscanen.

Leven er nog begijnen?

De laatste begijn van de achthonderdjarige beweging, Marcella Pattyn, overleed te Kortrijk in april 2013 – dit was wereldnieuws. In Duitsland zijn er wel nieuwe gemeenschappen opgebouwd die het model van de begijnen gebruiken ter inspiratie en basis.

Wie woont er nu op de begijnhoven?

Afhankelijk van het begijnhof hebben de huizen een bepaalde functie of een combinatie van functies gekregen: sommige woningen zijn privé-eigendom, andere huizen werken met een erfpachtsysteem, voorts zijn er huizen als sociale woning ingericht en weer andere gebouwen, meestal conventen, huisvestigen vzw’s. Grotere gebouwen, zoals bijvoorbeeld het huis van de grootjuffrouw of een pastorie, hebben soms een functie als streek-en/of begijnhofmuseum. Het Brugse begijnhof word bewoond door een orde van benedictinessen.

Waarom gingen zij precies in ‘hoven’ wonen? 

De begijnen gingen zich op de ons nu bekende ‘hoven’ vestigen onder zowel kerkelijke als overheidsdruk: deze wilden de begijnenbeweging aan regels onderwerpen en zodoende controle kunnen uitvoeren.

 Wat voerden zij in die hoven uit?

‘Ora et labora’, oftewel ‘bid en werk’. Afhankelijk van de tijdsperiode en economie voerden de begijnen verschillende werkzaamheden uit: kantwerk, hosties bakken, bier brouwen, lesgeven en het wassen, strijken en herstellen van kledij. Ook ziekenzorg, passende in hun levensstijl, maakte steeds deel uit van hun takenpakket.

Het begijnenwezen, was dit een typisch Vlaams fenomeen?

De begijnenbeweging strekte zich uit over het ganse westen en midden van Europa. Onder invloed van machtshebbers en oorlogen kon de beweging niet overal standhouden. In ons huidige Vlaanderen zijn ongeveer een derde van de bestaande begijnhoven bewaard gebleven onder invloed van ‘goede rapporten’ aan de toenmalige paus en het gezag alsook de financiële steun van bv. Johanna Van Constantinopel, gravin van Vlaanderen en Henegouwen.

During my quest through the beguinages, my passion for their lives, saints, women cities,… grew stronger. Talking about this movement, I noticed some ‘basic questions’ people asked me frequently. On this page those questions will get an answer.

Who were those women called beguines?

These women were revolutionary ladies who, starting at the Middle Ages, choose to walk a different road: they decided not to marry neither to live in a monastry (which were back then the only options available for women), but to become independent and to work for their own needs. Their spiritual practices formed a reaction against the churches injustice: basing their lives on values like simplicity, care for others and independence – the apostolic values. They were named ‘muliers religiosa’, by clerics in the beginning,  and ‘beguines’ by lay people.

H. Begga: symbolisch de begijnen en begaarden beschermend

S. Begga: she protects the beguines and beghards with her coat (symbol).

Were there male beguines?

‘Male beguines’ were called ‘beggards’: they existed too, but were a smaller group. During the fourteenth century, they were accused of heresy, often procecuded and burned. Some tried to escape by becoming monks.

Are there still beguines today?

The last beguine of the movement of eighthunderd years, Marcella Pattyn, died on April 13th 2013 in Kortrijk – this was world news. In Germany recently new communities were formed, inspired on the beguines.

How function the beguinages today, as they are world heritage?

Well, some houses are private property, others you can rent (e.g. with a ground lease), some houses belong to social service. The convents are most of the time used to house small organisations with a social value. On some beguinages you will find a museum in the mistress’ house. In Bruges the largest part of the beguinage is ruled by nuns. In Leuven the beguine houses are rented to students.

What made them live in those women cities called beguinages?

In the beginning of their movement beguines lived or alone, or with their family or itinerant or together in small convents. They gathered togher on beguinages because of pressure of the government and the church, who tried to controle the women.

What were there tasks on the beguinages?

‘Ora et labora’, meaning ‘praying and working’. During their eighhunderd years of existance their jobs changed, depending on economical needs: brewing beer, giving education, washing and repairing clothes, making embroidery and producing lace. Caring for the sick and dying was an important part of their herstory: during all the stages of the movement their skills were frequently asked.

These women cities are mostly located in Flanders. Was this movement typical for this region?

No, the movement was found all over Europe. Wars, political decisions, … all influenced the movement. In Flanders the beguine movement lasted by protection of local clerics and financial support and protection of big rulers, like Joan of Constantinople, countess of Flanders.

Leave a comment