Het Lierse begijnhof werd door hertogin Aleidis van Brabant gesticht in 1258. Deze schenking kan gezien worden als een bestendiging van de begijnengemeenschap die reeds sinds begin 1200 bestond. De ligging vlakbij de Nete zorgde voor hun watervoorzieningen. Het begijnhof bestaat uit verschillende straten die loodrecht op elkaar zijn aangelegd, waaruit de benaming ‘dambordpatroon’ is ontstaan.
Tijdens twee grote, economische bloeiperioden werd het begijnhof uitgebreid. In de 17e eeuw werd begonnen met de bouw van de huidige Sint-Margarethakerk en in de 18e eeuw werden nieuwe huizen toegevoegd in de straat met de naam ‘Grachtkant’.
De Franse Revolutie betekende voor de begijnen een dieptepunt: hun kerk werd in beslag genomen en verkocht, evenals hun woningen en de infirmerie. In de 20e eeuw daalde het aantal begijnen. Felix Timmermans droeg bij tot het behoud van het begijnhof door een deel van zijn werken te situeren op zijn geliefde plaats (‘Begijnhofsproken‘ en ‘De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijntjen’). Twee straatnamen werden veranderd vanwege de bekendheid van het laatste vernoemde boek: de ‘Martienushoek’ en ‘Symforosastraat’ (oorspronkelijk ‘Nieuwstraat’ genaamd). De Martienushoek is tevens één van de plaatsen waar men nog een waterpomp aantreft.
Als eerbetoon aan Timmermans werd een ‘Symforosabeeld’ in het begijnhof geplaatst.