Na een urenlange autorit en kleine overzettocht, arriveerden we bij het Hildegardklooster. De eerste dag namen we de tijd om bij te tanken van het traject ‘moederland-Duitsland’ en het klooster te verkennen. De overige dagen stonden in het teken van ‘toerisme’: de Hildegardkerk in het dorp bezichtigen, de wijngaard en de kloosterkerk bezoeken en kennismaken met de andere gasten.
De wijnproeverij, de gesprekken met de andere vrouwen* aan tafel, de contacten met de zusters, de prachtige muurschilderingen in de kloosterkerk,… ze konden me allemaal bekoren. Toch voelde ik dat er nog iets ontbrak. Ik gaf gehoor aan de weg die mijn intuïtie wees: ‘s avonds, net na de maaltijd en voor de Completen, wikkelde ik me in twee grote dekens en zette mij buiten aan de kerk, bij het beeld van Hildegard en met een vér-rijkend uitzicht op Rudesheim en Bingen. In de stilte en de donkerte van dat moment dook ik in de kaïrostijd, aanschouwde de zonsondergang en luisterde wat de verbinding met deze plaats me te vertellen had: de stilte sprak. Bij het luiden van de kerkklok schuifelde ik naar binnen, installeerde me op één van de banken, sloot mijn ogen en liet de gezangen van de kloosterlinges tot me doordringen.
Deze intense momenten kon ik niet anders verwoorden dan met ‘het deed me zielsdeugd!’
Het verblijf in het klooster, de onderdompeling in de Hildegardatmosfeer, het feit dat ‘Frau Debby’ voor alles wat het gastenverblijf betrof, werd geraadpleegd (en men niet uitsluitend mijn queestevriend aankeek om een beslissing te uiten die ons beide aanbelangde) en de prachtige omgeving voelden als pure vakantie. Deze keer geen begijnhof, wel een queestestuk dat vanaf het begin van mijn herstorische weg net zo belangrijk was.
© Debby Van Linden
* Door een ‘geluk bij een ongeluk’ heb ik kunnen kennismaken met Marisa, een uiterst getalenteerde vrouw met een intens beziel(en)de stem. De Hildegardliederen op de van haar gekregen cd ‘O Aeterne Deus’ vormen een dankbare herinnering aan mijn verblijf in het klooster.