Herstorisch Mechelen: verhuizingen en grandeur (3)

Het Klein Begijnhof ademt niet de grandeur van haar zusterhof uit, maar biedt door haar kleinschaligheid een pittoreske sfeer. De poorten naar het hof en een groot aantal huizen zijn er niet meer, de serene sfeer proef je echter nog wel in de kleine en verborgen hoekjes…

In 1260 vertrokken, zoals reeds eerder aangehaald, de begijnen uit het Klein Begijnhof weg om aan de overkant van de Sint-Katelijnekerk een nieuw en groter begijnhof te bouwen. Oudere, bejaarde en zieke begijnen wilden echter blijven in hun ‘hofke’ dat hen zo vertrouwd was. De Maria Magdalena-kapel vormde hun gebedsplaats. Hierbij is het belangrijk te vermelden dat Maria Magdalena als vrouw voor de begijnen een belangrijke identificatiefiguur vormde daar zij degene was die, als apostel*, het dichtst bij Jezus leefde en hem als eerste had gezien bij zijn herrijzenis uit de dood. In hun geloof poogden de begijnen Jezus ook zo nabij mogelijk te zijn.

Maria Magdalena-kapel door Ann Slaghmenken

Maria Magdalena-kapel door Ann Slaghmenken

Hoek M.Magdalena-kapel: foto door Karine Govaert

Hoek M.Magdalena-kapel: foto door Karine Govaert

De kapel vormt nu een sportzaal voor de leerlingen van de lagere school.

Tussen de huizen met nummers 12 en 14 vinden we een intiem begijnenbeluikje terug, genaamd ‘De Bogaard’. Het mooiste huis zonder ommuurring is zonder twijfel nummer 14, onmiddellijk aan de doorgang van het beluik.

P1030657

* Maria Magdalena werd later door de kerk als prostituée ‘herschreven’ en als zodanig weggeveegd. Dankzij ettelijke studies naar de relatie tussen Maria Magdalena en Jezus Christus en bestudering van haar evangelie, heeft de kerk kortgeleden deze ‘foute filtering’ toegegeven.

© Debby Van Linden

Bronnen: zie Herstorische Mechelen: verhuizingen en grandeur (1)

Herstorisch Mechelen: verhuizingen en grandeur (2)

In het gehele stratenbegijnhof springen een aantal huizen en straten eruit qua bouwstijl en functie, waar ik kort zal op ingaan.

Allereerst de ‘Krankenstraat’, deze straat werd zo genoemd omdat de ‘ziekenboeg’ in deze straat gebouwd werd. De ziekenzorg die de begijnen verleenden, maakte deel uit van hun takenpakket. De meeste ‘begijnziekenhuizen’ werden gekenmerkt door één of meerdere gebouwen, een poort hiernaartoe en een groot binnenplein. Heden huist in de infirmerie de brouwerij ‘Het Anker’, waar het drinken van een gesmaakte Carolus niet mocht ontbreken.

P1030626

Op de hoek van de Krankenstraat en de Alexiusstraat, komt het groothuis je tegemoet. De grootjuffrouw, of leidinggevende van het begijnhof, had het recht om in een even ‘groot’ huis te wonen als haar titel verdiende. Dit groothuis had niet enkel bredere afmetingen, het vertoonde zwierige lijnen en krullen.

P1030636

Bij het verlaten van het begijnhof naar de ring toe, is een stuk  van de ‘oordjesmuur’ nog zichtbaar. In de 17e eeuw werd het bouwen van deze afsluitende begijnhofmuur door de begijnen zelf bekostigd, die hiervoor trouw elke week een ‘oordje’ (een geldstuk) afgaven.

oordjesmuur

Op het einde van de Acht Zalighedenstraat treffen we een op het eerste zicht authentieke poort: een rondboogcontructie met een Begga-beeldje in de nis. Deze poort, geconstrueerd uit ‘oude’ materialen is de vroegere poort van het Cellenzustersklooster. Bij het oprichten van het begijnhof werd deze poort dichtgemaakt om rond 1960 weer opengemaakt te worden en tot de huidige bouw werd beslist.

'Begijnhofpoort' van hergebruikte materialen.

‘Begijnhofpoort’ van hergebruikte materialen.

Kom, dan gaan we naar het Klein begijnhof…

naarkleinb

© Debby Van Linden

Bronnen: zie ‘Herstorisch Mechelen: verhuizingen en grandeur (1)’

Herstorisch Mechelen: verhuizing en grandeur (1)

Zowel het Groot als Klein Begijnhof van Mechelen kent een rijke geschiedenis…

Het Groot Begijnhof van Mechelen vormt de vierde plaats waar de begijnen woonden. Van hun eerste vestiging vinden we enkel nog een straatnaam terug: de begijnenstraat, vlakbij de Grote Markt. Nabijgelegen treffen we de ‘Oude Beggaardenstraat’, een teken naar de mannelijke begijnen? Op zoek naar meer stilte en afzondering besloten zij te verhuizen naar de Heembeend, waar nu het ‘Klein begijnhof’ ligt met een kapel en enkele overblijvende huizen rijk. Een nog rustigere en volgende vestiging was op de huidige ‘Begijnenweide’, net buiten de stadsmuren. In een immense 16e eeuwe bloeiperiode werd er gebouwd en ingetreden, de infirmerie genoot grote bekendheid en adellijke ondersteuning van Maria van Lummen en haar dochter Sophia maakte verder expansie mogelijk. Dit begijnhof werd met een oppervlakte van bijna 20 ha het grootste bestaande begijnhof.

Later in de 16e eeuw werd het begijnhof ‘preventief’ platgebrand uit angst voor vestiging van de Spaanse troepen. In 1588 werd aan de begijnen een nieuw hof toegekend, binnen de stadsmuren (daar veiliger) en met de huidige Nonnenstraat als hoofdstraat. In de 17e eeuw bouwden de begijnen hun ‘hof’ verder uit met nieuwe huizen, doch de Franse inval zorgde voor vernietiging van de begijnhofpoorten en enkele huizen en de verkoop van de kerk (deze hebben zij later kunnen terugkopen).

De bouwwerken voor de Sint-Katelijnekerk waren gestart in 1629. De begijnen kozen als patroonheiligen voor Catharina* en Alexius*.

Begijnhofkerk in restauratie aan de buitenkant.

Begijnhofkerk in restauratie aan de buitenkant.

Catharina van Alexandrië, vrouw met een ijzersterk geloof en overtuigingskracht.

Catharina van Alexandrië, vrouw met een ijzersterk geloof en overtuigingskracht.

Deze barokkerk baadt in weelde, in tegenstelling tot de meeste andere begijnhofkerken, en werd ontworpen door Jacques Franquart, hofarchitect van aartshertoging Isabelle. De kerk staat middenin het begijnhof en op nauwe afstand van de omliggende huizen waardoor haar pracht en praal niet tot haar recht komt en foto’s nemen een hachelijke opdracht wordt.

to be continued…

*over deze heiligen later meer

© Debby Van Linden

Bronnen:

Heirman, M., Langs Vlaamse begijnhoven, 2001.

Van Aerschot, S. en Heirman, M., Vlaamse begijnhoven, werelderfgoed, 2001.

Mechelen: eerste verkenning

Tijdens de middagmaaltijd, voorafgaande aan ons eerste ‘officiële’ begijnhofbezoek, schoof mijn vriend me een aantal boeken toe. Mijn oog viel onmiddellijk op het boek met de blauwe kaft waarop de titel pronkte: ‘Hildegards Godin: de wilde en wijze vrouw in ons‘. In dit boek van Miek Pot bestudeerde ik de inhoudstafel en de eerste bladzijde. De figuur ‘Hildegard von Bingen’ zei me heel vaag iets. Ik besloot ter plekke mij te gaan verdiepen in haar toen ik vernam dat ze in de twaalfde eeuw zowel op het gebied van muziek, religie, kruidenkennis en ziekten als politiek een fenomeen om ‘u’ tegen te zeggen, was. Ik nam het boek en mijn voornemen mee op tocht.

Nu wachtte het begijnhof op me…

Mechelenstraat

Vanaf de Centjesmuur vertrok ik op wandel door de straten. Mijn voorbereidingen liet ik even aan de kant liggen, ik nam de tijd om het Groot begijnhof, Klein begijnhof en de Sint-Katelijnekerk onbevangen te ervaren.

Dit begijnhof maakte letterlijk en figuurlijk een ‘rijke’ indruk op me: grote huizen, vele straten en een kerk die, zelfs al waren er aan de buitenkant restauratiewerken aan de gang, baadde in grandeur. In de kerk stond ik stil bij een ‘schoon beeld’ dat mij betoverde: deze strijdvaardige jongeling bleek een engel te zijn.

Aartsengel Michael

Onderaan het beeld las ik: ‘Michaël’. Mijn beperkte engelenkennis vertelde me dat het hier om één van de aartsengelen ging. In mijn notitieboekje kwam hij erbij te staan. Blijkbaar was Michaël heel belangrijk aangezien hij een prominente plaats kreeg.

De ondeugendheid van de begijnen viel me op toen ik een aantal schilderijen aanschouwde: bij elk tafereel op doek had de desbetreffende begijn er zichzelf bijgeverfd, subtiel en onopvallend, maar o zo slinks éénmaal je er oog voor hebt.

P1030609

Op het plein van het Klein begijnhof, bleef ik verrast staan: de schoonheid van dit beeld als eerbetoon aan de begijnen vond ik prachtig.

P1030650

Het ‘bogaard’-beluikje binnengaande, werd ik getroffen door de intimiteit en intense stilte van dit ‘poortje’ en het straatje erachter. Bijna tot tranen toe geroerd, bleef ik staan en genoot van deze verrassende, mystieke stilte. De kloktijd viel plots weg, de kairostijd* nam het over. Op deze plek ben ik lang gebleven, zittend, over- en weer wandelend… verwonderd, verwonderend, woordeloos…

De bogaard - ingang

Van alle ‘Mechelen’-momenten is dit me het sterkst bijgebleven…

* Chronostijd of kloktijd: de tijd die wij aanhouden volgens de klok, zijnde uren, minuten,… wij baseren er onze afspraken op. De kairostijd is de ‘gevoelde tijd’ of ‘beleefde tijd’. Zo kan een uur chronostijd passeren en ‘kairosgewijs’ zeer lang duren (bv. als je moet wachten en elke minuut op de klok kijkt) of juist als kort aanvoelen (bv. omdat je verdiept was in een interessant boek). Wij gebruiken de uitdrukking ‘De tijd vloog.’ om uitdrukking te geven aan de kairostijd.

© Debby Van Linden