Herstorisch Herentals: half om half

Het eerste begijnhof dateert van 1260, vermoedelijk leefden ervoor al begijnen samen in conventshuizen in de buurt van de Sint-Waltrudiskerk. Het hof bloeide rijkelijk tijdens de 15e eeuw dankzij de strikte organisatie en structuur (vaste statuten): er waren vier grootjuffrouwen aangesteld die aan het stuur stonden van het begijnhof met toen ongeveer 300 begijnen. De oprichting van de Heilige Geesttafel droeg hieraan bij, daar armere begijnen op deze steunmaatregel konden leunen.

In 1578 kwam Herentals onder calvinistisch bestuur en werd het begijnhof preventief platgebrand opdat de Spanjaarden geen onderdak zouden treffen bij hun inval. Als gevolg hiervan vluchtten vele begijnen. Later in de 16e eeuw was er gezagsherstel en konden de begijnen enkele huizen aankopen om zo een nieuw begijnhof te stichtten. Het aantal begijnen steeg weer, deze keer tot ongeveer 235 in 1700. De Franse bezetting in de 18e eeuw wees het hof toe aan de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (huidige OCMW). Langzaamaan kwamen de huizen leeg te staan en liep het begijnenaantal terug. In 1906 werd een deel van de huizen verkocht om er een school van te construeren en in 1966 besliste de Commissie het noordelijk deel te slopen om er een woningbouwcomplex voor senioren van te maken.

P1040252

P1040319

De begijnhofpoort dateert van 1640 en heeft een mooie spitsboogvorm. De kerk werd gebouwd over een periode van 15 jaar waarbij de werken startten in 1599. In 2003 werd een grondige renovatie uitgevoerd. Aan de vroegere boomgaard tref je een Lourdesgrot, geschonken door begijn Maria Ooms in 1919*.

P1040275

Het groothuis, meestal de verblijfplaats van de grootjuffrouw(en), en deels ook fungerende als infirmerie, vinden we terug op nummer dertien. Tot kort geleden was dit gebouw te bezoeken als begijnhofmuseum, doch wegens renovatiewerken kan dit (voorlopig?) niet. De pastorie, verblijfplaats van de pastoor buiten het hof (aangezien een man), vinden we terug op nummer zeven.

P1040320P1040285

*Replica’s van de Lourdesgrot kwamen voort uit de Mariaverschijning, getuigende door Bernadette Soubirous in 1858. Enige tijd later werden deze door de kerk erkent.